Zijdewind – Theo Moras, in zijn directe omgeving beter bekend als Pico Moras, verruilt na bijna een heel leven in Zijdewind zijn woonplaats in voor het nabijgelegen Waarland, gemeente Schagen. In zijn 73-jarig bestaan schopte hij regelmatig tegen de schenen van lokale politici. “Ze kunnen me wel schieten”, zegt hij nu over de raad in Hollands Kroon. Of ze daar straks echt van hem af zijn blijft nog maar de vraag: In zijn hart blijft hij Zijdewinder, al staat het dorp volgens hem wel in de verkeerde gemeente.
“Je lust wel koffie toch? Vorige keer wilde je niet.” Een half jaar eerder was ik al eens bij Moras in de straat in Zijdewind. Toen ging het over de zendmast die mogelijk voor het dorp zal worden geplaatst. Daarna heb ik hem nog één keer gezien, bij het verkiezingsdebat in Anna Paulowna. Hij mocht toen een vraag stellen aan de lokale politici, maar hij heeft graag het woord. “Dit keer laat je me wel uitpraten”, zegt hij gekscherend. Ik moest hem toen helaas afkappen. De details die hij onthoudt, zoals dat ik in januari een keer geen koffie wilde, komen namelijk ook terug in de manier waarop hij verhalen vertelt.
Zijdewinder
De geboren Zijdewinder heeft een leven in de bouw achter de rug. Hij werkte eerst een lange tijd bij De Jong in ’t Veld en later bij een bedrijf in Heerhugowaard: “We waren altijd aan ’t werk, ook ’s avonds klussen op de buurt. En in het weekend zaten we in de kroeg. Nu drink ik eigenlijk niet meer, we hebben vroeger genoeg van dat spul gehad.” Hij is nooit ver weg geweest uit Zijdewind. Hij woonde even in Vennik, één van de buurschappen tussen Schagen en zijn geboortedorp. Uiteindelijk kwam zijn huidige huis in Zijdewind te koop. “Dat kon ik wel rooien vond de bank. Daarna heb ik het helemaal verbouwd.” Moras vertelt met de eerder genoemde details wat er allemaal moest gebeuren.
Zo praat hij ook over zijn ‘activisme’. Twaalf jaar geleden, toen bekend werd dat de gemeenten Niedorp, Anna Paulowna, Wieringermeer en Wieringen wellicht zouden gaan fuseren, begon hij verschillende ludieke acties tegen de plannen. Tot aan de Tweede Kamer liet hij zijn standpunt horen aan iedereen die wilde luisteren: ‘Zijn’ gemeente Niedorp zou moeten fuseren met Harenkarspel en Schagen, niet met die drie gemeenten aan de kust. Uiteindelijk was het tevergeefs, want de fusie ging door. Daarna bleef Moras de lokale politiek gevraagd en ongevraagd bestoken met advies. Zo was hij zelfs de allereerste inspreker van de allereerste raadsvergadering in fusiegemeente Hollands Kroon.
Inspreken en mailtjes
Dat de lokale politiek van hem weet blijkt ook wel wanneer de Zijdewinder vertelt over zijn aanstaande verhuizing. Eigenlijk is iedereen, tot aan de burgemeester van Schagen toe, al lang op de hoogte. Die heeft hij allemaal persoonlijk ingelicht. “Enno Bijlstra, Mary van Gent, Jip Pankras wensen me veel plezier in Schagen. Enno zei: ‘Hier vind je wat en daar laat je wat’ en ik denk dat het zo ook zal zijn.” Ondanks dat had hij de gehele raad donderdagavond 30 juni nog één keer toegesproken, maar “de nieuwe griffier zal hier wel een spaak in het wiel steken”, denkt Moras. Wellicht schat deze griffier in dat de raadsleden de stem van Moras al vaak genoeg hebben gehoord. Ik kan er zelf wel een aantal noemen waarbij dat het geval is.
Eigenlijk is het inspreekuurtje ook twee dagen vóór de raadsvergadering, maar dat vindt hij niks: “Voor een lege zaal? Rot toch op. Maar goed dat hebben we eigenlijk zelf verkloot.” Moras had zich na de fusie voorgenomen om iedere raadsvergadering in te spreken en kwam een heel eind. Via de wethouder en een raadslid of twee doet hij nog een poging om een laatste spreekbeurt te krijgen: “Ik wil de raadsleden en de wethouders bedanken voor de samenwerking en mijn excuses aanbieden als ik ze onheus bejegend hebt”, zegt Moras. Hoe gemeend die excuses zijn vraag ik me wel af, maar het lijkt erop dat hij zijn eigen ongelijk niet al te serieus neemt. Uiteindelijk meldt burgemeester Rian van Dam een dag van te voren dat hij van harte welkom is op de publieke tribune. Inspreken is niet mogelijk. Moras besluit niet te gaan: “Dus van deze coalitie valt ook niets te verwachten, allemaal loze woorden, ’t blijft een zootje.”
De Picobar
Met burgemeester Van Dam heeft Moras de afgelopen tijd al eens contact gehad, maar dat ging over iets anders. Het heeft iets te maken met het shirt dat hij aanheeft, waarop groot het woord ‘Picobar’ staat geschreven. Waar staat dat voor? Vraag ik uiteindelijk. De Picobar blijkt een roemruchte en omstreden uitgaansgelegenheid te zijn, die door corona noodgedwongen in de tuin van Moras is gesitueerd. De naam en de plek is niet toevallig gekozen. “De naam Pico, dat ben ik zelf. Overal ben ik Theo Moras, maar in Zijdewind ben ik Pico Moras.” Een bijnaam die hij al vanaf kinds af aan heeft en zijn oorsprong kent in het piekerige haar dat de kleine Moras toen had. Een dorpsgenoot noemde hem ‘Pater Pico’ en 70 jaar later is hij nog steeds Pico.
De kleinzoon van Pico geeft wel eens een feestje in de achtertuin van zijn opa en besloot het schuurtje om te dopen tot de Picobar. Vandaar het shirt en uiteindelijk ook de pet die hij tevoorschijn haalt. Bij de Picobar zelf liggen ook bieropeners met het logo erop. Een audiëntie bij de burgemeester verraadt al dat het er in de Picobar niet altijd rustig aan toe gaat: “Het is wel een keer wat uit de hand gelopen ja. Toen heeft de politie iedereen weggestuurd. Van de gemeente mocht het niet meer met zoveel mensen, maar dan wil ik weten wat dan wel mag. Hoeveel mensen, daar is nog geen antwoord op.” Ik weet na het lange gesprek met de naamgever van de bar precies wat er zich op die avond en op een aantal andere avonden allemaal heeft afgespeeld, met weer de gebruikelijke details, maar dat blijft beter onvermeld. Iets met een politiebusje en een sloot.
Naar Waarland
Toegegeven, er is ruim voldoende ruimte in de tuin voor een goed feestje. De bar is eigenlijk een soort schuur, maar ik begrijp de aantrekkingskracht. Aan de achterkant grenst het perceel van Moras aan het water van natuurzwembad ’t Petje. Een prachtig plekje, een vrijstaande woning, en dan ook nog in het dorp waar je al je hele leven woont. Wat wil je nog meer? Toch heeft Moras de keuze al gemaakt om te gaan verhuizen, naar het Sabinahof in Waarland, een paar kilometer verderop. Het Sabinahof is een kleinschalige locatie van Woonzorpgroep Samen met aanleunwoningen en appartementen. Er is zorg mogelijk, maar de bewoners wonen zelfstandig.
Het verbaast me wel wat, want Moras lijkt alles behalve rijp voor het bejaardentehuis. De beslissing blijkt gemaakt te zijn met oog op de toekomst, naar aanleiding van zaken uit het verleden: “Dat Sabinahof daar kwam ik voor het eerst toen Cees Raatgers daar kwam te wonen. Cees kwam ook uit Zijdewind maar werd steeds krammenakkiger en verhuisde toen naar Waarland.” Krammenakkig blijkt West-Fries te zijn en betekent minder mobiel. Het is niet het enige nieuwe woord dat ik leer en Moras vindt het ook leuk om woorden te verbasteren. Zo zegt hij steeds ‘vibrator’ als hij naar de rollator die vriend Cees uiteindelijk nodig had verwijst. Ook begin ik gedurende het gesprek te denken dat ‘vrijgezel’ in Zijdewind iets anders betekent dan in de rest van het land. Ik vergeet het te vragen.
“Ik ging twee keer per week op bezoek bij Cees, voor een kop koffie en om hem een beetje te helpen toen het steeds slechter ging. Hij raakte steeds meer in de lappenmand.” Vorig jaar overleed Cees. Moras stuurde daarop nog een bericht rond in de media: “We hebben afscheid genomen van een zeer markant en graag gezien dorpsfiguur.” De vlag hing in het dorp halfstok. “Tijdens die bezoeken bij Cees dacht ik wel eens: Wat een pittige huisjes hier. Misschien is het wel wat voor mij. Ik heb me toen nog niet ingeschreven, want ik vond mezelf nog niet zo oud. Op een end dacht ik: Dat moet ik toch maar doen.” Een week geleden ging, eerder dan verwacht, opeens de telefoon: “Er was een woning vrij gekomen en toevallig ook nog die van Cees.”
Hij heeft er over nagedacht en besluit het te doen. Een verstandige keuze denkt hij, al hoopt hij dat zijn dochter die in ’t Veld woont zijn huidige woning wil overnemen. Moras vertelt dat zijn eigen moeder op latere leeftijd Alzheimer kreeg. “De laatste tijd vergeet ik wel steeds meer”, hij kijkt voor het eerst bedenkelijk. “Maar ik mankeer nog weinig, ik ben zoals ze zeggen nog vitaal. Ze zeiden bij het Sabinahof zelfs: Het is goed dat er een wat jonger iemand komt wonen, dat zorgt voor wat meer reuring. Waarom ik dan toch nu al ga? Je weet nooit wanneer je wel problemen krijgt met je gezondheid. Als je straks dement bent en niet meer wilsbekwaam, wie weet in welk verzorgingstehuis je dan belandt. Misschien wel eentje in Limburg. Dan blijf ik liever gewoon om de hoek.”
Inwoner-af
Het is dan wel om de hoek, maar niet meer in de gemeente Hollands Kroon. Zo gaat toch zijn wens nog in vervulling: Pico woont in de gemeente Schagen, maar het had als het aan hem had gelegen natuurlijk anders gegaan. Hij kan zich bij tijden nog steeds boos uitlaten over de fusie, maar het is geen overweging geweest voor de verhuizing. “Ik blijf in mijn hart ook Zijdewinder, maar ik heb eigenlijk tegen Waarlanders ook helemaal niets, we horen gewoon bij elkaar. Ik blijf me bemoeien met de politiek hier, nu bemoei ik me ook met de politiek in Schagen”, lacht Moras. Als de Hollands Kroonse raad en het nieuwe college denkt dat ze achterover kunnen leunen hebben ze het dus mis: Hij is niet van plan te stoppen met het ventileren van zijn mening.
“De enige officiële zeggenschap die ik heb als burger is wel weg, maar daar deden ze toch al weinig mee. Ze konden me inmiddels allemaal wel schieten”, hij lacht. Ik denk zelf dat het wel meevalt, al is er wellicht een dosis West-Friese humor nodig om de inbreng van de Zijdewinder te waarderen. Niet iedereen heeft dat weet ik zo, maar voor echte problemen hebben zijn meningen nooit gezorgd. Binnen de politiek en de gemeenschap merk ik ook veel waardering voor Moras, zijn inzet voor het verenigingsleven en de wijze waarop hij voor zijn dierbaren zorgt, juist wanneer het met hen slechter gaat. “Ik heb wel de zaak altijd levendig gehouden denk ik. Ik zal na mijn verhuizing iets meer afzijdig worden, dus ik hoop dat ze me op den duur niet gaan missen.”