
Den Helder – De vrouw, die justitie verdenkt van het stichten van brand op 1 januari dit jaar in Hotel Den Helder aan de Mardiepstraat, zei maandag bij de rechtbank in Alkmaar dat ze niet naar het Pieter Baan Centrum wil voor onderzoek naar haar psychische situatie. “Ik ken het daar niet en ik ben er bang voor. Ik ga lieve naar een kliniek, want daar ben ik weleens eerder geweest.”
De 42-jarige C.R. uit Den Helder zit al een half jaar in voorarrest in afwachting van haar strafzaak. Justitie vindt het belangrijk dat ze wordt onderzocht om te bekijken of ze verantwoordelijk kan worden gehouden voor haar daden. Eerder beloofde R. mee te willen werken aan psychische onderzoeken, maar uiteindelijk werkte ze helemaal niet mee. Ze had zich niet gerealiseerd welke consequenties het weigeren om mee te werken zou hebben, liet ze weten.
Op 1 januari zou R. een brand hebben veroorzaakt door haar matras in het hotel in Den Helder in de fik te steken. In oktober vorig jaar zou ze brand hebben gesticht in haar toenmalige woning aan de Jacob Roggeveenstraat in Den Helder, waar ze beschermd woonde, maar ook voor overlast zou hebben gezorgd. Het hotel in Den Helder moest worden ontruimd, omdat de gasten gevaar liepen. Kort daarna werd de vrouw aangehouden.
Duidelijkheid
Ze wilde heel graag duidelijkheid over wanneer ze dan naar het Pieter Baan Centrum moest gaan, zei ze meerdere malen tijdens de zitting. “Het duurt allemaal zo lang”, verzuchtte de vrouw, die hard sprak omdat haar oren verstopt zaten. Haar advocaat Marcel van Himst zei tegen haar dat het de beste optie is om wel mee te werken, zodat er een goede diagnose kan komen. “Dan kunnen ze je ook beter helpen”, benadrukte de raadsman. “Met de juiste medicijnen en de juiste therapie.”
De verdachte vond het heel naar een eng, bleef ze maar herhalen. Huilend verliet ze de zittingszaal. “Hou je me wel op de hoogte?”, vroeg ze aan haar advocaat. Die beloofde dat.
Verslag door Jeanine Verhagen / Ferme Teksten