Na twee jaar afwezigheid zijn museumschepen Schorpioen (1868 – 1971) en Abraham Crijnssen (1937 – 1961) vanaf dinsdag 3 september weer open voor publiek. Door renovatiewerkzaamheden aan de kade bij het Marinemuseum moesten de schepen verplaatst worden naar een plek elders op Willemsoord. Doordat de bouwers stuitten op een Napoleonse kademuur duurde de afwezigheid van de schepen langer dan voorzien. Het museum heeft die tijd om beide schepen weer fris in de verf te zetten.
Vermomd als eiland ontsnapt aan Japanners
De stalen mijnenveger Hr.Ms. Abraham Crijnssen werd in 1936 gebouwd en is in 1997 aan de museumvloot toegevoegd. Weinig schepen van de Koninklijke Marine hebben zo een heroïsch verleden als dit schip. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontsnapte het gecamoufleerd als tropisch eiland aan de Japanners. Aan boord waren 11 officieren, 48 bemanningsleden en een verpleegster. Door vooral ’s nachts te varen en overdag stil te liggen voor verschillende eilanden kwam het schip na 9 spannende dagen veilig in de havenplaats Geraldton op de Westkust van Australië aan. De laatst overlevende opvarenden is helaas vorige maand op 101-jarige leeftijd overleden en heeft de terugkomst van het schip niet meer mee mogen maken.
Omheind met prikkeldraad om mannen op afstand te houden
Zr.Ms. ramschip Schorpioen werd in 1868 in dienst gesteld. In datzelfde jaar werden 3 zusterschepen door de marine in gebruik genomen: de Stier, de Buffel en de Guinea. Het viertal vormde een belangrijke modernisering van de Nederlandse vloot. Zij waren bedoeld ter vervanging van de houten schepen die met een combinatie van stoom-en zeilkracht en gladloop voorlaadkanons de Nederlandse belangen op zee moesten behartigen. Het opmerkelijkste wapen van de Schorpioen was de puntige ramsteven. Veel buitenlandse reizen heeft de Schorpioen dan ook niet gemaakt. De enige reis die het ramschip over de grens maakte betrof een eskaderreis naar België in 1871, waar stoffelijke overschotten van tijdens de Belgische Opstand (1830-1833) gesneuvelde Nederlandse militairen werden opgehaald.
De tijd als actief oorlogsschip eindigde in 1906 toen de Schorpioen werd verbouwd tot logementschip, een soort drijvende kazernebarak. Van 1951 tot 1971 was de Schorpioen logementschip voor de Marine Vrouwen Afdeling (Marva) in Den Helder. Het schip werd omheind met meters prikkeldraad om nieuwsgierige mannen op afstand te houden.