Den Helder – Wat op 21 juli vorig jaar begon als een betrekkelijk onschuldige ruzie tussen een broer en zus in Den Helder, heeft voor alle betrokken partijen zware gevolgen gehad. Dat bleek dinsdag tijdens de behandeling van de strafzaak tegen de 20-jarige David I. uit Den Helder bij de rechtbank in Alkmaar. I. wordt door het Openbaar Ministerie (OM) verdacht van een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
De destijds 19-jarige verdachte had tegen de politie toegegeven dat hij zijn zus een enkele klap had gegeven. Er zou een ruzie zijn ontstaan omdat I. niet wilde douchen. Het slachtoffer meldde echter veel zwaarder geweld. I. zou haar tegen de grond hebben gewerkt en op haar hoofd hebben gestompt en getrapt. Ze hield een hersenschudding en gekneusde ribben over aan de mishandeling. I. werd daarna aangehouden door de politie en zit sindsdien vast. Hij werd in het verleden ook voor gewelds- en vermogensdelicten veroordeeld, maar dat was altijd in het kader van het jeugdstrafrecht. Zijn voorarrest valt I. in de gevangenis zo zwaar, dat hij een neurologische aandoening heeft ontwikkeld en in een rolstoel terecht is gekomen.
De belangrijkste vraag blijkt tijdens de behandeling van de zaak vooral te zijn binnen welk kader het beste hulp kan worden geboden aan de Nieuwedieper. De reclassering ziet een tbs-maatregel met dwangverpleging als de enige mogelijkheid, omdat I. weinig zelfinzicht lijkt te hebben en dus waarschijnlijk binnen een ander kader niet zal willen meewerken. De psycholoog ziet dat anders. Zij denkt dat een betrekkelijk lichtere variant, tbs met voorwaarden, ook mogelijk is. Het OM vorderde uiteindelijk een gevangenisstraf van drie maanden en tbs met voorwaarden. De Alkmaarse rechtbank doet over twee weken uitspraak.
Verslag door Joost Verhagen / Ferme Teksten