Aan de wandel in de Noordkop

Aan de wandel in de Noordkop: Texel, de Dennen en Den Hoorn

Advertentie:

Dit keer aan de wandel op Texel! Eind mei brachten wij een paar dagen op Texel door en werd er op meerdere plekken gewandeld. Verrast werden wij door de variatie van het landschap en de komende tijd doen we verslag van ons verblijf aan de overkant. Een eiland waar genoeg te doen is, met voor elk wat wils.

De eerste dag waaide het behoorlijk en werd gelijk het plan gewijzigd. In plaats van in een open duinlandschap te gaan wandelen zochten wij de beschutting van het bos. Op Texel zijn twee bosgebieden: de Dennen en het Krimbos. De laatste ligt nabij de Cocksdorp en onze keus, de Dennen, vind je tussen Den Hoorn en De Koog in. Staatsbosbeheer heeft hier een rondwandeling uitgezet van 2,5 kilometer die ‘het Geheim’ heet en wij hopen uiteraard te achterhalen wat er zo geheim kan zijn!

Wilde lijsterbes
Het is snel duidelijk waarom dit aangelegde bos de Dennen heet, maar andere loofbomen alsmede struikgewas vullen mede het uitzicht. De wilde lijsterbes staat in bloei, evenals de hulst die wij meestal associëren met kerst! Het is echter voorjaar, een vlinder fladdert rond de hulst en wil na een paar mislukte pogingen toch wel op de foto. Hier en daar is er ook een boom gevloerd en het valt ons op dat de stam vol met kleine gaatjes zit. Het werk van allerlei insecten die in het droge hout leven, zoals boktorren, houtwormkevers en knaagkevers.

Op het alwetende en alles aanbiedende internet lees ik dat je voor bijna negen Euro 25 dennenappels kunt kopen om mee te knutselen. Die onkosten zijn hier snel verdiend, want het bos ligt bezaaid met de kegelvrucht van de naaldboom. En die kegelvruchten kunnen ook weer verschillen als we verderop een boom, ik denk een spar, passeren met de vruchten in een andere vormgeving. Wat is de natuur toch verrassend.

Het geheim?
Af en toe staat er een bankje op de route, vaak voorzien van een plaatje met een tekst, en sommige paadjes hebben een naam. Het Krelis Pieterpad leek mij de naam van een bosbeheerder, maar dat heb ik helemaal mis; Krelis Pieternol is de naam van een duintop. Het is hier goed vertoeven, weinig wandelaars en alleen vogelgeluiden als begeleiding. Na een uurtje wandelen en zitten tussendoor zijn we rond en weten nog steeds niet wat het geheim is. Op internet achterhalen we dat rond 1900 boswachter Min heeft getracht het bos te realiseren door bomen direct te zaaien zonder de kwekerij als voortraject. Toen iemand hem vroeg naar zijn bezigheden, schijnt hij gezegd te hebben: “dat is mijn geheim”!

Na de boswandeling maken we een rondje in het meest zuidelijke dorp van Texel: Den Hoorn. We parkeren op de Rommelpot en lopen buitenom via het Lage Wegje naar het dorp. Mooi zicht op de weilanden met schapen voor het karakteristieke kerkje met de witte toren, die scheef staat! Een bank met tekst en uitleg vertelt over weidevogels en hoe ecologisch waardevol dit gebied is. In het dorp kleine straatjes met pittoreske huisjes, die vaak voorzien zijn van een tekstbord. Daarop een stukje geschiedenis, zoals we ook kunnen lezen op het bordje ‘Bij Jef’ de culinaire hotspot en het enige restaurant op Texel met een heuse Michelinster op zak. Waar een klein dorp groots in kan zijn!

In de kleine smalle straatjes is het leuk ronddwalen en ook hier hebben bewoners handeltjes aan huis. Bloemzaadjes, aardappelen, scharreleieren en verse tulpen om maar wat te noemen. De boswandeling en het dorpsbezoek met lunch zorgen voor een fijne eerste daginvulling van het verblijf op Texel. Het smaakt nu al naar meer…

Toon meer

Jo Aggenbach

Jo is vrijwilliger verslaggever van Regio Noordkop. Ze schrijft verhalen voor de rubriek "Aan de wandel in de Noordkop", valt in als filmrecensent en schrijft nu en dan verhalen over leuke evenementen en activiteiten in de Regio Noordkop.

1 reactie

  1. Ja, inderdaad, Texel is buiten ´het seizoen´ en vooral in dit prachtige jaargetijde (voorjaar en prachtig helder licht) een uitmuntende keus voor een heerlijke nostalgische wandeling. Texel is wat mij betreft sowieso ´de kers op de Helderse taart´ maar daar is iedereen het eigenlijk wel over eens. De meest intense jeugdherinneringen van de Helderse Jutter in de jaren ´50 en ´60 van de vorige eeuw speelden zich dan ook vaak af op Texel. Vele zomers gingen we naar Texel op schoolreisje, met de fiets, of we gingen voor bijverdienste autoruiten wassen van de auto´s die voor de Texelse boot in de wachtrij stonden om een dag later te spijbelen en dan lekker van je eerder verdiende geld een keer mee te varen, of natuurlijk die keer dat met je eerste vriend of vriendin afreisde op de brommer voor een onvergetelijk dagje naar Texel. Ook de verblijven in de verschillende jeugdherbergen, de grote schollen die we vingen op het strand (dat vissen ging op Texel in die tijd nog zoveel makkelijker, zeker in vergelijking met de pietepeuterige platvisjes die je aan de haven in Den Helder ving), of ook de unieke en onvergetelijke Slufter bezoeken om daar met de klas brood te bakken. Het brooddeeg werd om een lange stok geplakt en daarna gegaard boven een vuurtje in de duinen.
    Ik herinner me het ´Rally rijden´ van mijn ouders op Texel (auto´s waren in die tijd nog niet ´lastig vanwege hun aantal´, ze waren immers nog geen gemeengoed en meer een bijzonderheid) en later als adolescent weer eens uitgebreid ´Loladze´ bezoeken voor een diepgaand roman-onderzoek. Nooit meer vergeten zal ik ook het draven op Friese paarden over het weidse strand net onder ´De Cocksdorp´, de krachtige geur die om me heen hing in ´De Dennen´ tijdens het ´Smokkelspel´ of de smaak van ´Exota´ limonade gazeuse die we mee sjouwden in grote flessen met een beugeldop (dat was in die tijd een limonade met de onevenaarbare smaak van echte suiker) en natuurlijk de mosselen die we aten aan de haven van Oudeschild. De eerste keren dat we naar Texel afreisden vertrokken we zelfs nog vanaf het ´Peperhuisje´, herinner ik me, en begaf je je niet van de kopzijde maar vanaf langszij de boot op. Mooie, heerlijke herinneringen aan het authentieke Holland zijn het nu voor me, ik moet er maar weer eens naartoe, bedenk ik me ineens…
    Ik vind dat schrijfster Aggenbach op toegankelijke wijze de door haar ondernomen wandelingen beschrijft en wel in een vlotte vriendelijke en opgeruimde schrijfstijl met zo nu en dan een leuke anekdote. Aangenaam leesvoer!
    Zelf fiets ik overigens liever naar (en op) Texel, zolang de gezondheid meewerkt tenminste. Dat scheelt voor de inwoners aldaar weer een auto en het ligt voor een Jutter tenslotte ´om de Hoornse hoek´. Ook versterkt het fietsen wat mij betreft de inspiratie om tot nog mooiere verhalen te komen. Dan moet je wel naast het fanatieke wandelen ook nog van fietsen houden natuurlijk. 😉

Wellicht ook interessant

Back to top button