Hollands Kroon – De gemeente Hollands Kroon werkt aan een beleidskader voor het handhaven op permanente bewoning van recreatiewoningen. Dat is nu al niet toegestaan, maar het handhaven van overtredingen staat niet hoog op de prioriteitenlijst. In de praktijk constateert de gemeente veel strijdige situaties. Vanaf 2023 wil Hollands Kroon permanente bewoning van recreatiewoningen projectmatig aanpakken.
De gemeenteraad stelde in november 2019 kaders voor wonen in recreatiewoningen vast. Het gebruik van een recreatiewoning als reguliere woning mag alleen nadat de bestemming is veranderd. De voorwaarden daarvoor zijn onder andere dat alle woningen op een park worden omgezet, dat de recreatiewoning voldoet aan het bouwbesluit 2012 en dat de eigenaar verantwoordelijk blijft voor de ruimte op het privéterrein rondom de woning. Recreatiewoningen die in de toekomst mogelijk weer een toeristische functie kunnen krijgen mogen niet worden omgezet.
Nieuwe kaders worden niet gebruikt
Van dit nieuwe beleid is in de praktijk nog helemaal geen gebruik gemaakt, zo valt te lezen in de Uitvoeringsagenda ‘Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving’. Niet omdat er geen sprake is van permanente bewoning van recreatiewoningen, in de praktijk komt de gemeente juist regelmatig strijdige situaties tegen. Het handhaven blijf echter nog uit: “Bewoning van recreatiewoningen heeft op dit moment een lage prioriteit in ons handhavingsbeleid. Dat betekent dat er niet actief gecontroleerd en gehandhaafd wordt op permanente bewoning van recreatiewoningen.” In 2022 wordt er handhavingsbeleid opgesteld.
“Onderdeel van dit beleid wordt een uitsterfconstructie. Dit beleid geeft ons een handvat om vervolgens projectmatig wonen op recreatieparken aan te pakken”, zo schrijft de gemeente. Hoe het beleid er precies uit gaat zien is nog niet duidelijk, zo laat woordvoerder Noortje Slot weten: “De afgelopen jaren komen we situaties tegen waarin mensen permanent in vakantiewoningen wonen, daar vinden andere mensen ook wat van. Dat is de reden dat we hebben gezegd: we moeten er iets mee. De komende tijd gaan we nadenken hoe we het beleid gaan vormgeven.”
