Raad Den Helder koos zelf voor hoge leges gehandicaptenparkeerplaats

Als de gemeenteraad van Den Helder wat beter had opgelet, dan was de prijs voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wellicht minder hoog geweest. Kritische vragen van GroenLinks over de hoge kosten zijn onterecht, want de raad heeft het tarief zelf vastgesteld.

Het tarief, opgenomen in de legesverordening van 2019, is besproken en vastgesteld in de raadsvergadering van 7 november 2018. Dat de kosten in omliggende gemeenten lager zijn (tot gratis zelfs) is niet van belang, zo meldt het college. “Elke gemeente heeft de keuzevrijheid om de tarieven van een product vast te stellen. Wij weten niet welke keuzes andere gemeenten maken. Wij hebben ervoor gekozen om alle kosten van een gehandicaptenparkeerplaats in rekening te brengen.”

Het tarief in Den Helder is 489 euro en dat is de kostprijs van de aanleg, blijkt uit een door het college inzichtelijk gemaakte specificatie. “Gehandicaptenparkeerplaatsen worden aangevraagd door weggebruikers die door een handicap of door ouderdom minder goed ter been zijn. Per definitie zijn dit niet allemaal minder draagkrachtige burgers. Het is in onze ogen onterecht om een deel van de aanlegkosten te vergoeden voor aanvragers die deze kosten wel zelf kunnen dragen. Met het oog hierop is besloten om in principe alle kosten voor deze voorziening in rekening te brengen. Wij hebben de werkelijke kosten van de nieuwe aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in beeld gebracht. Dit zijn eenmalige kosten. Deze kosten kunnen, indien gewenst, ook in meerdere termijnen worden betaald.”

120%
Belanghebbenden met een laag inkomen kunnen een aanvraag voor bijzondere bijstand indienen. De norm hiervoor is een inkomen van maximaal 120% van de bijstandsnorm. “Is de gemeente het met ons eens dat door deze krappe norm slechts zeer weinigen een tegemoetkoming kunnen krijgen? Zo nee, waarom niet?”, vroeg GroenLinks.

Het college reageert: “Er kan door inwoners een beroep gedaan worden op bijzondere bijstand als kosten gemaakt moeten worden die voortkomen uit bijzondere omstandigheden. De gemeente beoordeelt dit. Voorwaarde is dat het inkomen niet meer bedraagt dan 120% van de relevante bijstandsnorm. Bij een hoger inkomen moet een deel van dit meerdere inkomen gebruikt worden bij de betaling van de kosten. Het percentage van 120% is een politieke besluit geweest. Er zijn gemeenten die een hoger of juist lager percentage hanteren. Dat “slechts zeer weinigen”, zoals u stelt, hierdoor een tegemoetkoming kunnen krijgen is ons niet bekend.”

Mobiele versie afsluiten