Gemeenteraad geïnformeerd over kernenergie

Den Helder – De gemeenteraad van Den Helder kwam maandagavond bijeen om zich door experts te laten informeren over kernenergie. Dit op initiatief van coalitiepartij Beter voor Den Helder. Onderzoekers van de TU Delft, het RIVM en TNO kwamen langs in de Kampanje om te spreken over de kansen en risico’s van kernenergie. Ook de mogelijkheden in Noord-Holland Noord kwamen aan bod.

Voor de echte kernenergie enthousiasten kwam er wel redelijk vroeg op de avond al wat teleurstellend nieuws: Martin Scheepers van TNO ziet eigenlijk weinig kansen voor een kerncentrale in de regio Den Helder, dat zou gewoonweg niet logisch zijn. Er is wel voldoende koelwater om ons heen, maar het gebrek aan infrastructuur zoals die er wel al is in bijvoorbeeld Borssele maakt het niet kansrijk. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden om de productie van kernenergie in Nederland uit de breiden, maar kijkt voornamelijk naar deze bestaande locatie, De Maasvlakte en Eemshaven. De Kop van Noord-Holland is niet in beeld.

Nieuwe generatie kerncentrales
Scheepers heeft het dan over de zogenaamde derde generatie kerncentrales. Momenteel zijn de ontwikkelingen voor de vierde generatie in volle gang. Dat zijn centrales met thorium, zogenaamde gesmoltenzoutreactoren of loodgekoelde reactoren. Voordat een dergelijke reactor in Nederland gebouwd zal zijn kunnen we zo twintig tot dertig jaar verder zijn. Voor een derde generatie reactor is dat ongeveer elf jaar. In die nieuwste generatie zijn ook ideeën over SMR’s of ‘Small modular reactors’. Deze kleine reactoren kunnen in het formaat van een zeecontainer worden gebouwd en zijn veel flexibeler dan de oudere reactors. Lars Roobol, afdelingshoofd bij het RIVM, vertelde de raadsleden dat de angst voor kerncentrales wat overtrokken is. Momenteel wordt nog gewerkt aan een plek voor de lange termijn opslag van radioactief afval. Ontwikkelingen binnen de centrales maken dat het straks maar een paar honderd jaar moet worden opgeslagen in plaats van honderdduizenden jaren

Kunnen die nieuwe, kleinere reactoren dan wel in Den Helder worden geplaatst? Misschien, maar ook dit ligt niet voor de hand. Het blijft een enorm dure onderneming en het is volgens Scheepers het meest logisch om deze kleine reactoren te plaatsen op plekken waar zware industrie plaatsvindt. Professor Jan Leen Kloosterman van TU Delft, die inbelde via een videoverbinding, stelde echter dat de kostprijs voor kernenergie anders bekeken zou moeten worden. Op dit moment is de opgewekte energie uit een kerncentrale namelijk een stuk duurder per kilowattuur dan eigenlijk alle andere vormen van energie. Allereerst zullen die kosten met toekomstige ontwikkelingen afnemen en daarnaast wordt in die prijs geen rekening gehouden met de zekerheid die kernenergie biedt. Om dezelfde zekerheid vanuit wind- of zonne energie te realiseren zou je vanwege het instabiele karakter een enorme overcapaciteit aan windmolens of zonnepanelen moeten bouwen.

Meer kernenergie betekent minder windmolens
Volgens initiatiefnemer Carlo Assorgia is die wetenschap, ondanks de voorzichtige conclusie dat de Noorkop niet geschikt is voor een kerncentrale, alsnog waardevol. Hij stelt namelijk dat de ontwikkelingen op het gebied van kernenergie de uitbreiding van wind- en zonne energie straks mogelijk overbodig maakt, en dat is maar goed ook. Assorgia hoort namelijk steeds meer verhalen van inwoners die last hebben van het geluid van windmolens, of van de slagschaduw. “Windmolens hebben uiteindelijk veel meer invloed op de ruimtelijke ordening in de gemeente, gewoonweg door de ruimte die ze innemen. Als je kijkt naar de ontwikkelingen op het gebied van kernenergie, zoals nu gepresenteerd, dan is dat straks wellicht helemaal niet meer nodig. Daar moeten wij als raad ook alert op blijven”, aldus de fractievoorzitter van Beter voor Den Helder. Wethouder Remco Duijnker, die duurzaamheid in de portefeuille heeft, ziet wel degelijk kansen in de toekomst voor kleinere modulaire reactoren. De nieuwe generatie centrales biedt volgens hem kansen. Dat geldt volgens Duijnker ook voor andere ontwikkelingen die maken dat de energievoorziening steeds meer elektrificeert.