Den Helder – De oppositie van de gemeente Den Helder ziet de langdurige afwezigheid van wethouder Tessa Augustijn als een kans om het aantal wethouders in de gemeente te verminderen. Als de wethouder van GroenLinks niet meer terugkeert in het Helderse college, hoeft daar volgens de oppositie niemand voor terug te komen. “Daar gaan zij helemaal niet over”, reageert fractievoorzitter Marije Boessenkool.
De oppositie gaat hier een motie over indienen tijdens de behandeling van de programmabegroting 2025-2028 op 4 november 2024. In die begroting doet het college namelijk de aanname dat het aantal wethouders vanaf verkiezingsjaar 2026 minder is dan het huidige aantal van zeven wethouders. Dit zou de gemeente jaarlijks ruim twee ton besparen. De vier oppositiepartijen (Beter voor Den Helder, Behoorlijk Bestuur, Fractie Pastoor en de PVV) zien een mogelijk aftreden van wethouder Augustijn als mogelijkheid om die bezuiniging al eerder door te voeren; door haar niet te vervangen. “De slagkracht van het college niet zal afnemen indien het totale aantal FTE wethouders wordt verminderd”, aldus de oppositie. De fracties verwijzen naar de landelijke samenwerking tussen GroenLinks en PvdA en stellen dat die twee partijen in Den Helder als coalitiepartners samen één wethouder kunnen leveren.
Wethouder Augustijn heeft zich begin september ziek gemeld en is tot op heden niet teruggekeerd op de werkvloer. Marije Boessenkool, fractievoorzitter van GroenLinks, bevestigt dat Augustijn inmiddels een verzoek tot vervanging heeft ingediend bij de burgemeester. “Daar moet het college een besluit over nemen. Als dat besluit genomen is, is het aan ons om een vervanger te vinden”, aldus Boessenkool. De fractievoorzitter benadrukt dat een daadwerkelijk aftreden van Augustijn als wethouder hiermee nog niet aan de orde is.
Het verzoek tot vervanging geldt tenminste voor zestien weken en kan daarna verlengd worden. Boessenkool hoopt wel binnen die eerste termijn duidelijkheid van Augustijn te krijgen over een mogelijke terugkeer. “Als ze terugkomt, hebben we alleen tijdelijke vervanging nodig. Als ze niet terugkomt, is het de vraag of we vervanging willen of dat het binnen het huidige college opgevangen kan worden.” Boessenkool geeft nogmaals aan dat dit nog besloten moet worden. Eén ding staat voor haar buiten kijf: “Dit kan op het lijstje van dingen waar de oppositie denkt dat ze over gaan, maar waar ze niet over gaan.”
Mevrouw Boessekool doet er goed aan even de Gemeentewet te raadplegen voordat ze wat roept.
Gemeentewet biedt ruimte, maar menselijkheid blijft leidend
Beste politiek geïnteresseerden,
Laten we de feiten op een rij zetten: de opmerking dat fractievoorzitter Marije Boessenkool “de Gemeentewet moet raadplegen voordat ze wat roept” lijkt op het eerste gezicht scherp, maar is eigenlijk misplaatst. Het klopt dat de Gemeentewet bepalingen bevat over het aantal wethouders en hun vervanging, maar de invulling daarvan is afhankelijk van context en de specifieke situatie.
Volgens de Gemeentewet is een gemeente verplicht om minimaal twee wethouders te hebben. De gemeenteraad heeft daarnaast de vrijheid om het aantal wethouders boven dat minimum vast te stellen, zoals in Den Helder is gebeurd met zeven wethouders. De wet biedt dus flexibiliteit in het aantal wethouders dat een gemeente kan benoemen, maar dat betekent niet dat de afwezigheid van één wethouder automatisch leidt tot een directe vermindering van dat aantal.
Bij langdurige ziekte of afwezigheid van een wethouder, zoals nu het geval is met Tessa Augustijn, is er volgens de Gemeentewet geen directe verplichting om de betreffende wethouder permanent te vervangen of het aantal wethouders te verminderen. De wet laat het aan de gemeenteraad en het college over om een besluit te nemen over tijdelijke vervanging of het voortzetten van de huidige situatie. In het geval van ziekte is er bovendien ruimte voor tijdelijke vervanging, zoals ook al is voorgesteld door Boessenkool en GroenLinks.
Wat deze situatie vooral benadrukt, is dat de Gemeentewet flexibiliteit biedt om naar de omstandigheden te handelen. Het idee van de oppositie om de afwezigheid van Augustijn aan te grijpen om het aantal wethouders te verminderen, is niet per se onwettig, maar mist wel menselijkheid en het juiste morele kompas. Ziekte is een situatie die zorgvuldigheid vereist, en het getuigt van weinig respect om dit proces te verknopen met politieke bezuinigingsplannen.
De Gemeentewet biedt dus de ruimte voor aanpassingen, maar hoe we die ruimte invullen, bepaalt de toon van onze politiek. Laten we onszelf eraan herinneren dat politiek ook over mensen gaat en niet alleen over regels en cijfers.
Mevrouw Boessekool stelt dat het college besluit over vervanging en de Raad, in dit geval dan de oppositie, daar niet over gaat. En dat na het besluit van college over haar vervanging Groen Links een vervanger zoekt. Dit is niet zoals het in de Gemeentewet staat. De raad bepaalt of een vervanger kan toetreden. Niet het college. De Raad is ook werkgever van het college.
Dus mijn reactie was niet misplaatst. Het zegt wel iets over hoe Groen Links over democratie denkt. Maar dat was al langer bekend.
Laten we even helder zijn: uw reactie, dat mevrouw Boessenkool de Gemeentewet verkeerd interpreteert, is niet alleen ongegrond, maar zet ook een scheve toon in het debat. Ja, de gemeenteraad speelt een rol als werkgever van het college, maar dat maakt uw interpretatie van de situatie nog niet juist, laat staan dat het een reden is om met zoveel venijn op haar woorden te reageren.
De Gemeentewet stelt inderdaad dat de raad de uiteindelijke goedkeuring geeft voor de benoeming van een wethouder. Daar heeft u gelijk in. Maar laten we niet doen alsof GroenLinks, of welke partij dan ook, zich hier buiten de regels plaatst. Wat Boessenkool terecht benadrukt, is dat het college eerst besluit of vervanging überhaupt nodig is, en pas daarna komt de raad in beeld om een vervanger goed te keuren. Dat is precies hoe de processen binnen de gemeente verlopen en niets daarvan ondermijnt de democratie waar u zo graag de vlag voor zwaait.
Het idee dat dit zou aantonen “hoe GroenLinks over democratie denkt” is ronduit demagogisch en een poging om een inhoudelijke discussie te vervuilen met insinuaties. Politieke verschillen over het aantal wethouders of de opvolging bij ziekte, daar kunnen we over praten. Maar laten we het alsjeblieft hebben over de feiten en niet over ongefundeerde verwijten aan de principes van een politieke partij.
Deze discussie zou niet moeten gaan over het afstraffen van meningsverschillen met onterechte verwijten over democratisch gedrag. Dit gaat over hoe de gemeenteraad en het college, binnen de kaders van de wet, menselijkheid en respect kunnen combineren met efficiënt bestuur. Mevrouw Boessenkool heeft hier een punt gemaakt binnen de juiste kaders. Misschien is het tijd om minder de man en meer de bal te spelen.
Laat menselijkheid voorop staan in Den Helder
Beste politiek geïnteresseerden,
Wat zich nu afspeelt in de politieke arena, is een pijnlijk voorbeeld van hoe menselijkheid vaak verdwijnt in de koude wereld van politiek en cijfers. Wethouder Tessa Augustijn is ziek. Een mens, geen nummer. En toch grijpt de oppositie deze kwetsbare situatie aan om een motie in te dienen die haar afwezigheid ziet als een kans om een wethouder minder in te zetten en geld te besparen. Dit voelt kil en onmenselijk.
Laten we niet vergeten dat Tessa Augustijn, zoals we uit de media hebben vernomen, ziek is geworden onder omstandigheden die voor haar heel ingrijpend kunnen zijn. In plaats van steun en begrip te tonen, gebruikt de oppositie haar afwezigheid om politieke winst te behalen. Dit soort politieke strategieën laat zien hoe ver sommige partijen bereid zijn te gaan, zonder stil te staan bij de menselijke kant van het verhaal. Niemand zou zich zorgen moeten maken dat zijn of haar afwezigheid direct wordt aangegrepen om te besparen op mensen die cruciaal werk verrichten voor onze gemeente.
Fractievoorzitter Marije Boessenkool verwoordt het goed: “Daar gaan zij helemaal niet over.” Het is aan het college, samen met GroenLinks, om een beslissing te nemen over de eventuele vervanging van Augustijn. Laten we dit proces de tijd geven en vooral de menselijke waardigheid in acht nemen.
Begrijp me niet verkeerd: het is goed om kritisch te kijken naar de uitgaven van de gemeente, maar niet ten koste van iemand die in een moeilijke situatie zit. Bezuinigen op wethouders lijkt misschien een simpele oplossing, maar het zorgt uiteindelijk in de huidige constructie voor minder slagkracht, meer werkdruk en een minder goed functionerend college. Dat kan nooit in het belang zijn van onze inwoners.
Politiek moet over mensen gaan, niet alleen over cijfers. Laten we vooral menselijkheid tonen in moeilijke tijden.
Mart Coers
Augustijn is ongeschikt. De raad kan haar heen zenden.
Boerenkool begrijpt het staatsrecht niet.
Wat een prachtige genuanceerde opinie weer van een oppossant van wethouder Augustijn. Is het een idee om vanavond eens naar je zelf in de spiegel te kijken?
Geachte Jan Rijles, het gaat Roel Prins niet om de persoon Tessa Augustijn maar om haar functioneren als wethouder.
En of haar naam wordt bespot is niet duidelijk. Iedereen kan een typefout maken.
Ik begrijp niet dat de redactie een bericht toelaat en openbaar maakt, waarin een raadslid belachelijk wordt gemaakt door alleen maar haar naam te bespotten. Waarom faciliteert de redactie het zo grof omgaan met onze gekozen volksvertegenwoordigers?
Hier ben ik het mee eens. Ik heb het idee dat de plaatser van dat bericht een beetje in de war is gezien zijn reacties van de laatste tijd.
Ik snap de gevoelens bij de naam Tessa Augustijn wel, gezien haar rol in “Pothast-gate”. Deze dame gaat ons bakken met geld kosten. En ja, dan is “ongeschikt” ook 1 van de eerste dingen die in me opkomen. Ook snap ik, dat mensen dit als een kans zien om iets “wat er toch al aan te komen zat” nu maar meteen in gang te zetten. Dat GroenLinks dat niet zo leuk vindt, dat snap ik dan ook wel weer. Maar met dat laatste kan ik in ieder geval prima leven. Maar ik las dat ze toevallig al een ervaren – net vertrokken – wethouder op de bank hebben zitten voor de tijdelijke vervanging. Ik hecht dan vooral hoop aan het woordje “tijdelijk” daarin.
Wat een soap weer.