Den Helder brengt Niet Gesprongen Explosieven WO II in beeld

Den Helder – De gemeenteraad van Den Helder beslist 2 november over de beleidsnota en -kaart Niet Gesprongen Explosieven (NGE). Dit specifieke beleid is erop gericht hoe om te gaan met munitie uit de Tweede Wereldoorlog die wordt aangetroffen binnen de gemeentegrenzen, bij bijvoorbeeld bouw- of graafwerkzaamheden.

“De gemeente kiest met deze nota voor zogenaamd ‘reactief’ beleid, wat betekent dat we alleen NGE opsporen als dat noodzakelijk is vanwege graafwerkzaamheden bij een plan of project. Het totale oppervlak van de risicogebieden in combinatie met de geringe actuele risico’s, maakt dat het buitenproportioneel zou zijn om NGE te verwijderen, zowel qua kosten als overlast”, aldus burgemeester Jeroen Nobel.

Hij laat weten dat de munitie met name in een aantal delen van Den Helder kan worden aangetroffen. “Het betreft voornamelijk de stelling, de binnenstad, de haven, de luchthaven, de voormalige tankgracht (ter hoogte van Noorderhaven), Julianadorp en daarnaast diverse kleinere locaties”, zo meldt de burgemeester, die aanvult dat niet precies bekend is om hoeveel Niet Gesprongen Explosieven het gaat.

“Dit is niet bekend. De kaart is opgesteld op basis van militaire vluchtgegevens uit de oorlogsperiode en andere historische bronnen. Het is niet mogelijk om circa 75 jaar later de precieze aantallen na te gaan. Daarom spreken we ook van risicogebied.” Het soort munitie heeft de gemeente wel in beeld. “Het betreft zowel afwerpmunitie door vliegtuigen en geschutmunitie door gevechten op de grond en munitiedump. Qua grootte kan er van alles tussen zitten. De meeste NGE die tot nu toe zijn aangetroffen, zijn kleiner zoals kogels en handgranaten”, geeft Nobel aan.

Explosievenonderzoek
In de Tweede Wereldoorlog is munitie gebruikt en gedumpt die niet tot ontploffing is gekomen en in de grond is verdwenen. Om de risico’s goed in te schatten, heeft gemeente Den Helder in 2017 een risicokaart op laten stellen. Die ging uit van de situatie in 1945. Hierop staan de locaties waar mogelijk explosieven liggen die eventueel kunnen ontploffen. Op ‘verdachte’ locaties moest altijd een explosievenonderzoek plaatsvinden als een schop diep de grond inging. Een nieuw opgestelde instructiekaart laat zien dat dit in de toekomst minder vaak nodig is en hoe te handelen. Dat scheelt tijd en geld.

Reden voor de instructiekaart is dat Den Helder behoorlijk veranderd en uitgebreid is in de loop der jaren. In de praktijk betekent dit dat er veel is gegraven waardoor veel gebieden die ooit verdacht waren, dat nu niet meer zijn. Minder explosievenonderzoek is nodig wat tijd en geld scheelt. “Explosievenonderzoek is tijd- en geldrovend en dat terwijl realistisch gezien geen tot veel minder gevaar dreigt op een aantal plekken”, aldus de burgemeester.

Verplaatsing grond
Explosievenonderzoek is relevant vanaf het moment dat grote hoeveelheden grond verplaatst worden door initiatiefnemers zoals de gemeente, een ontwikkelaar of particulieren. In de praktijk gaat het om projecten in de openbare ruimte met een oppervlakte van meer dan 100 vierkante meter. In sommige gevallen is deze oppervlakte kleiner.

Wie nu de schop in de grond steekt, kan aan de hand van de instructiekaart nagaan of er wel of niet een explosievenonderzoek nodig is. Zo kan het gebeuren dat op een historische plek al eerder graafwerkzaamheden zijn geweest. De kans dat nog oorlogsmunitie in de grond ligt, zal kleiner zijn wanneer al eerder gegraven is op de bewuste locatie. “Den Helder is behoorlijk veranderd sinds 1945. Logisch dus om vroegere verdachte plekken opnieuw te bekijken na de aanleg van woonwijken, bedrijventerreinen, ophogingen en afgravingen’, zo besluit burgemeester Nobel.

Na het besluit door de gemeenteraad begin november zal de kaart zichtbaar zijn op www.denhelder.nl.

Mobiele versie afsluiten