Den Helder – Er ligt voldoende water op de banen, de machines voor het onderhouden van de banen staan klaar en de vrijwilligers staan te popelen. De natuurijsbanen in Den Helder en Julianadorp zijn er klaar voor. Het enige wat nu nog ontbreekt, is het ijs.
Komende week wordt er vorst verwacht in de Noordkop. Joop van Schie, voorzitter van IJsclub Den Helder, is hoopvol: “We hebben maar drie nachten met goede vorst nodig. Dan zouden kinderen tot 12 jaar in principe al het ijs op kunnen”. Wanneer de vorst voldoende doorzet, verwacht Van Schie woensdag of donderdag het ijs te kunnen betreden: “Als het ijs dan van voldoende kwaliteit is, geven wij het startschot aan de vrijwilligers. Dan is het echt alle hens aan dek om de ijsbaan zo snel mogelijk gereed te maken voor de opening. Waarschijnlijk gaat dan eerst een deel van de ijsbaan open en afhankelijk van de nachten daarna kan de baan verder open en kunnen uiteindelijk ook volwassenen het ijs betreden.”
Ook in Julianadorp is de stemming positief. Klaas Bregman van IJsclub Julianadorp houdt al dagen nerveus het weerbericht in de gaten: “Het is lastig om een verwachting uit te spreken, maar zoals de voorspellingen nu zijn is er een reële kans dat wij donderdag open kunnen”. Ook IJsclub Julianadorp heeft de ervaring dat eerst de kinderen tot 12 jaar een deel van het ijs als eerste kunnen betreden. “Het is ook wel eens voorgekomen dat de voorspellingen zeiden dat het ging dooien na een periode van vorst, maar het uiteindelijk toch nog een aantal dagen had gevroren”, vervolgt Bregman, “om de hele schaatsbaan te kunnen openen, ook voor volwassenen, hebben we drie nachten minstens vijf graden vorst nodig. We kunnen nu niets anders dan duimen.”
Veranderende schaatscultuur
In de 15 jaar dat Van Schie actief is in het bestuur van IJsclub Den Helder, heeft hij het schaatsen zien veranderen: “Waar vroeger de meeste bezoekers nog met noren aan grote rondes gingen schaatsen, zie je tegenwoordig dat meer mensen kiezen voor ijshockeyschaatsen en de rondes kleiner worden. Het is tegenwoordig meer ‘spelen’ op het ijs dan schaatsen.” Bregman merkt hetzelfde op: “Vroeger had je een aantal krachtige schaatsers die het voortouw namen en dan was het voor de andere bezoekers een wedstrijdje wie ze het beste bij kon houden. Soms zag je hele schaatspelotons ontstaan.” De reden volgens beide mannen? “Er kan tegenwoordig steeds minder vaak op natuurijs worden geschaatst, dus de jeugd van nu krijgt het niet zo mee als dat wij vroeger hadden.”
Toch mag de veranderende schaatscultuur de pret niet drukken voor Van Schie: “Wij zijn het hele jaar bezig met een groep vrijwilligers om het terrein en de materialen te onderhouden. Het zou natuurlijk enorm balen zijn als je aan het eind van de winter nog niet hebt kunnen schaatsen. Dat zorgt elk jaar weer voor gezonde spanning. Toch is dat het helemaal waard wanneer je de kinderen weer ziet lachen op het ijs. Dat is echt fantastisch, daar doen we dit allemaal voor”. Ook Bregman en de vrijwilligers van IJsclub Julianadorp hebben een grote taak aan het onderhouden van het terrein, maar: “Als iemand mij in augustus vraagt of er in de winter gaan geschaatst kan worden, zeg ik volmondig ja”, aldus Bregman.
Wanneer de ijsbanen open gaan, zullen beide clubs dit melden op social media en de websites van IJsclub Den Helder en IJsclub Julianadorp.
