Zr.Ms. Urk keert op donderdag 12 december terug in de haven van Den Helder. In september sloot het mijnenbestrijdingsvaartuig aan bij een internationaal vlootverband in de Noord- en Oostzee. Een dag later, vrijdag 13 december, komt ook Zr.Ms. Snellius na ruim vier maanden te zijn ingezet in de Caribische zee, weer binnen in haar thuishaven.
Tijdens de reis van bijna 3 maanden was Zr.Ms. Urk onderdeel van de Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG-1). SNMCMG-1 is een permanent NATO vlootverband dat bestaat uit mijnenjagers en mijnenvegers. Gedurende hun inzet in de Noord- en Oostzee heeft het schip 18 zeemijnen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog onschadelijk gemaakt en aan verschillende oefeningen meegedaan.
De afgelopen 4,5 maand heeft het hydrografische opnemingsvaartuig Zr.Ms. Snellius voor het eerst in 13 jaar een bezoek gebracht aan Nederlandse eilanden in het Caraïbisch gebied. Het schip heeft bij het in kaart brengen van de zeebodem zich gericht op de havens en aanlooproutes van schepen rond de Nederlandse eilanden. De Hydrografische dienst van de marine levert zo een bijdrage om veilig door de wateren van het Nederlandse koninkrijk te navigeren.
Noodhulp
Naast het in kaart brengen van de havens en aanlooproutes heeft Zr.Ms. Snellius –samen met Zr.Ms. Johan de Witt- in september ook noodhulp geleverd op de Bahama’s nadat dit eiland werd getroffen door orkaan Dorian. Vanaf de Snellius zijn de aanlooproutes van de verschillende havens op de Bahama’s verkend voor de landingsvaartuigen van de Johan de Witt.
