Defensie wil vier nieuwe onderzeeboten verwerven. Om die te bouwen zijn nog drie partijen in de race. Dat staat in de zogenoemde B-brief die staatssecretaris Visser aan de Kamer stuurde. Van de vier eerder geselecteerde kandidaat-werven is het Spaanse Navantia nu afgevallen. Over zijn de Franse Naval Group, Saab Kockums (Zweden) en thyssenkrupp Marine Systems uit Duitsland.
Defensie heeft de keuze gemaakt voor een long range, veelzijdig inzetbare, conventioneel voortgestuwde onderzeeboot. De toekomstige vier nieuwe boten moeten lange tijd, ongezien en op grote afstand van de thuisbasis kunnen opereren. Aangezien geen van de kandidaat-werven als unanieme winnaar naar voren kwam in het uitgevoerde onderzoek, zal Defensie de verwerving in concurrentie voorzetten met Naval Group, Saab Kockums en tkMS. In de volgende fase worden de eisen, gunningscriteria en wegingsfactoren vastgesteld, waarbij factoren zoals beste boot voor de beste prijs, risicobeheersing en de uitwerking van het nationaal veiligheidsbelang en de strategische autonomie als uitgangspunt dienen.
Voor het ontwerp, de bouw en straks de instandhouding, hecht Nederland groot belang aan betrokkenheid van Nederlandse marinebouwcluster, inclusief het MKB en kennisinstituten. Visser: ”De Nederlandse marinebouwsector moet een zo goed mogelijke positie verkrijgen in de toeleveringsketens van buitenlandse werven. Een goede positie als toeleverancier biedt de Nederlandse bedrijven en kennisinstituten de kans om de eigen kennis en kunde te vergroten, waarvan Defensie ook weer profiteert.”
Belang onderzeeboten
Onderzeeboten zijn van rechtstreeks belang voor de zeevarende handelsnatie Nederland. Het belangrijkste kenmerk is dat deze onder water vrijwel onvindbaar zijn. Dat maakt de onderzeeboot uitermate geschikt voor het beschermen van de aanvoerlijnen over zee, marineschepen en maritieme infrastructuur. Dat geldt ook voor het opsporen en uitschakelen van vijandelijke schepen, het afzetten en oppikken van special forces en het vergaren, analyseren en delen van inlichtingen.
Visser: ”Deze maritieme slagkracht maakt de onderzeeboot tot één van onze belangrijkste wapensystemen. De Nederlandse onderzeedienst staat met de Walrusklasse wereldwijd hoog aangeschreven. Daarom wil Nederland de schepen vervangen nu het einde van hun levensduur in zicht komt. Ook de NAVO dringt hier op aan. Onderzeeboten vormen een belangrijke en veelgevraagde niche-capaciteit.”
De huidige onderzeeboten (Walrus-klasse) zijn sinds de jaren ’90 in gebruik bij de marine en bereiken over circa 10 jaar het einde van hun levensduur. Met het project is meer dan 2,5 miljard euro gemoeid. Volgens de huidige planning moet er in 2022 een contract worden getekend met 1 van de bouwers. Uiteindelijk moeten de nieuwe onderzeeboten de huidige Walrus-klasse in 2031 volledig hebben vervangen.