Het hydrografische opnemingsvaartuig Zr.Ms. Snellius voer vrijdag thuishaven Den Helder binnen na ruim vier maanden inzet in het Caribisch gebied. Het schip bracht er de zeebodem in kaart, maar verleende ook noodhulp na orkaan Dorian. Donderdag keerde ook het mijnenbestrijdingsvaartuig Zr.Ms. Urk terug na deelname aan een internationaal vlootverband in de Noord- en Oostzee.
Tijdens de reis van bijna drie maanden was Zr.Ms. Urk onderdeel van de Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG-1). Dit is een permanent NATO vlootverband dat bestaat uit mijnenjagers en mijnenvegers. Gedurende de inzet heeft het schip 18 zeemijnen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog onschadelijk gemaakt. Ook deed het mee aan verschillende oefeningen.
De Snellius was net in het Caribisch gebied gearriveerd of orkaan Dorian trok er een spoor van vernieling. Het in kaart brengen van de zeebodem van havens en aanvaarroutes rond de Nederlandse eilanden moest dus wachten. In plaats daarvan verkende de Snellius de routes naar de verschillende havens op de Bahama’s voor de landingsvaartuigen van de Johan de Witt. Het amfibisch transportschip fungeerde als hoofdkwartier voor de operatie.
De Snellius voerde niet alleen onderwatermetingen uit voor de beste route, maar bracht zelf ook 160 kuub aan goederen aan wal. Dertien jaar na het laatste bezoek van de Snellius aan het Caribisch gebied droeg de Hydrografische Dienst bij aan het veilig navigeren in de wateren van het Nederlandse koninkrijk.
