
Noord-Holland – Door de verbeterde waterkwaliteit in het Markermeer-IJmeer en de zuidelijke Randmeren is de afgelopen jaren de groei van waterplanten enorm toegenomen. Hoewel dit goed is voor de natuur zorgt het in juli en augustus ook voor hinder, vooral voor watersporters. Bestuurders van de provincies Noord-Holland, Flevoland, Utrecht en Gelderland en de Coöperatie Gastvrije Randmeren vragen het Rijk om maatregelen te nemen.
De groeiende waterplanten zorgen voor allerlei overlast. Het vaargebied voor de waterrecreatie wordt erdoor beperkt en de
bereikbaarheid van jachthavens is daarmee slechter. Hulpdiensten komen door de waterplanten lastiger ter plaatse en bij de kust hebben zwemmers, bezoekers en omwonenden last van de waterplantenresten. Ook ontstaan er onveilige situaties doordat beroeps- en recreatievaart op de Randmeren gedwongen worden om samen in de vaargeul te varen.
Waterrecreatie is geen beleidsterrein bij het Rijk. Momenteel zorgen gemeenten en provincies al vrijwillig bij aan de oplossing van dit maatschappelijke vraagstuk. Rijkswaterstaat wil het rijkswater onderhouden, maar recreatie hoort hier niet bij. De provincie Noord-Holland heeft nu samen met samenwerkingsverband Gastvrije Randmeren het voortouw genomen om te komen tot een aanpak van de waterplanten problematiek. De vraag aan het Rijk is of zij jaarlijks 1 miljoen euro willen vrijmaken voor dit beleidsterrein, en de uitvoering te beleggen bij de gemeenten. Daarmee wordt waterrecreatie officieel tot een beleidsterrein benoemd.
67 miljoen voor vaargeulen
Naast de jaarlijkse investering moet er ook een budget van 67 miljoen door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden vrijgemaakt voor het verdiepen van 27,8 kilometer vaarroutes. Hierdoor blijven de havens van Edam, Volendam en Muiden, reddingsstation
Zeevang en de KNRM Zeewolde bereikbaar, waardoor ook hulpdiensten zonder vertraging kunnen uitrukken. In zijn algemeenheid moet een omslag naar troebel, algenrijk water voorkomen zien te worden. Het recreatief gebruik van het vaargebied blijft daarmee goed mogelijk.
´Waterplantenproblematiek´, een prachtig nieuw woord voor ´Van Dale´ lijkt me dat. In de bodem van het IJsselmeer ligt stevig ingepakt tussen de verschillende sliblagen een heel vervelende laag verborgen. Deze laag bevat namelijk slib doormengd met DDT, dit slib werd deels aangevoerd door de IJssel en over het ´Ketelmeer´ wil ik het daarom maar niet eens hebben. Dit insecticide DDT, sorry ik moet in onze tijd natuurlijk ´gewasbeschermingsmiddel´ zeggen, is een zeer omstreden ´goedje´. In 1948 kreeg een wetenschapper er trouwens nog de Nobelprijs voor maar slechts 14 jaar later…was het al tot het meest verguisde bestrijdingsmiddel ter wereld verworden. Voortschrijdend inzicht bij de ´betrokken´ mens was dat. DDT breekt namelijk niet tot nauwelijks af en wanneer je het bv tot je neemt via het eten van rijst (we hebben onze voorraden DDT na een algemeen verbod, vanuit onze ´koopmanstraditie´, natuurlijk niet meteen vernietigd maar slim aan de 3e wereld verkocht) komt het in ons vetweefsel terecht en draagt u het daarna een leven lang met u mee. En zegt u nu niet meteen dat er bijna niemand overgewicht meer heeft tegenwoordig want dat geldt alleen nog voor uzelf. Waarom moest ik hier nu aan denken na het lezen van dit artikel? Wel, nu hébben we eindelijk weer waterplanten…zijn die plotseling een last voor ´sportieve´ vijftigers op een dure boot… Waterplanten hebben echter een functie en niet zo´n kleine ook. Dus: de geulen vooral blijven baggeren en verder kunnen we maar beter met onze tengels van de waterplanten afblijven. De natuur is niet maakbaar en dat lijkt een onuitroeibaar misverstand. Wel eens van ´dun water´ gehoord? Niet? Nou, Googelen dan maar want planten zijn daar een prima middel tegen net als trouwens tegen weinig vis, dood water en dus weinig vogels. Wat een wonder toch, zo´n drinkwaterbekken om de hoek.