Portret van een raadslid: Dorien Sijbenga

In deze serie interviews spreken wij iedere zaterdag met een ander gemeenteraadslid. In dit deel: Dorien Sijbenga van Anders!

Rondom het huis van Dorien Sijbenga loopt misschien wel de allergrootste hond die ik in mijn leven gezien heb. Een soort kruising tussen een beer en een hond, en een leeuw. Hij heeft dan ook de ruimte. De boerderij van Dorien en haar man staat aan de Groetweg, met een ver uitzicht over de polder. Dorien vertelt later, wanneer ik de hond ontmoet, dat hij aan die weg wel eens is aangereden. De auto die hem aanreed delfde het onderspit en moest zijn weg met een grote deuk vervolgen.

Aangekomen in de boerderij nemen we plaats in de keuken. Daar zet Dorien koffie en krijg ik Russische chocolade, dat is een primeur. De man van Dorien is inmiddels officieel gepensioneerd maar het boerenbedrijf is nog steeds op kleinere schaal actief. “Wij hadden een pachtcontract waardoor je op je 65ste moest stoppen, maar we hebben vier hectare zelf erbij gekocht zo’n twintig jaar geleden. Dan kan je nog even ‘doorboeren’, als je geen opvolger hebt. Onze zoon is bouwkundig ingenieur en die reist heel veel, die chocolade is dan ook van onze Russische schoondochter”, legt Dorien uit. “Hij had de boerderij enkel willen doen als zaak naast zijn werk. Tegenwoordig wordt dat steeds gebruikelijker, maar toentertijd nog niet.”

Dat is ook noodzaak. Je kunt er in veel gevallen niet meer van rondkomen als boer. “De tarweprijzen zijn niet meegegroeid met alle stijgende kosten. Daarnaast moet je veel meer dingen doen voor het milieu en dergelijke.” Hoe zit dat dan met het feit dat boeren toch vaker miljonair zijn dan andere groepen? “Het verschilt per bedrijf, en je moet ook over vijf jaar rekenen he. Je moet een enorme buffer houden omdat de oogst zomaar kan mislukken. En ja, je huis en je grond kan veel waard zijn. Maar als je gaat kijken naar het inkomen is dat een heel normaal inkomen.”

Cultuurshock
De denkwijze en de mentaliteit van de boeren uit de polder was voor Dorien wel even wennen. Ze is geboren en opgegroeid in Amsterdam, en kwam ruim veertig jaar geleden naar het huis waar ze nu nog steeds woont. Haar man is 75 en woont al zijn hele leven in hetzelfde huis. “Ik werkte in de verpleging in Hoorn, en daar heb ik een patiënt ontmoet”, lacht Dorien. “Maar ik had nog nooit van de Wieringermeer gehoord. Toen ik uiteindelijk hier naartoe kwam was het toch wel echt een cultuurshock. In Amsterdam kwam je thuis en ging je de dag doorspreken, nam je een wijntje, en dan zie je vanzelf wel hoe laat je gaat eten en wat je met de rest van de avond doet. Hier niet hoor. Zes uur moet het klaarstaan.”

“Ik weet nog een keer overdag rond een uur of twee op een warme dag, een gesprek met mijn schoonvader, en we hadden het erover of we wat te drinken zouden nemen. Toen zei hij: ‘Maar het is nog geen drie uur.’ Maarja, ik had gewoon dorst”, lacht Dorien. “Dat zat zo in het systeem hier. Dat is wel wat gemoderniseerd hoor nu, ook omdat onze kinderen met mij meededen. Mijn man moest zich wel een beetje aanpassen. Ik heb het ook over 45 jaar geleden he. Toen moest je hier in de buurt niet met je kop boven het maaiveld uitsteken. De jurken en hoge hakken die ik in Amsterdam droeg konden hier eigenlijk niet.”

Gezondheidscentrum
Momenteel heeft Dorien een gezondheidscentrum aan huis. Na te zijn geaard in de polder is dit vanuit het bieden van ondersteuning voor mensen die willen diëten gegroeid naar een plek waar steeds meer mensen met steeds meer hulpvragen terecht kunnen. “Je wordt niet zomaar dik. Er kunnen fysieke oorzaken zijn, maar soms is het ook psychologisch. Toen ben ik de opleiding tot counselor gaan doen. Ik ben geen coach die beslissingen maakt voor mensen. Door die opleiding kan ik mensen helpen ontdekken wat ze zelf willen. Daarna heb ik nog veel meer opleidingen gedaan, terwijl ik vroeger op school nooit zin had om te leren. Ik vind dit onderwerp gewoon zo interessant.”

“Ik ben geen psycholoog of psychiater, en ik ga niet op hun stoel zitten. Maar, wij kunnen wel mensen helpen. De wachtlijsten bij de GGZ zijn zo lang, dus ik hoop dat ons vakgebied in de toekomst meer erkend wordt, ook bij de zorgverzekeraars. Wat me op dit moment heel erg bezighoudt zijn de jongeren. Die problematiek groeit en ik maak me daar echt zorgen over. Ik denk dat dit deels veroorzaakt wordt door de manier waarop je tegenwoordig niet meer naar een doel toe werkt. Vroeger moest je sparen en dan na een tijd kon je het kopen. Tegenwoordig koop je alles direct, en ga je vervolgens werken om het af te betalen. Alles waar je voor werkt heb je al, dus de prikkel om ergens voor te werken is weg. Je raakt afgestompt en je houdt de druk om hard te blijven werken om wat je al hebt te houden.”

Naast de hulp aan jongeren is dementiezorg een grote focus van Dorien. “Dat is mijn hoofddoel op dit moment. Een steeds grotere groep mensen kampt met deze problemen. Ik werk nu veel met demente mensen en het is echt heel aangrijpend soms. Maar, ik denk ook dat ze soms onderschat worden. Ze kunnen nog heel veel, en je kunt nog dingen doen, met muziek en beweging bijvoorbeeld, om toch nog kwaliteit van leven te bieden. Het is onomkeerbaar, je kunt de ziekte niet tegenhouden, maar ze kunnen nog wel gelukkig worden en zich nuttig en waardevol voelen. Ik ben ook blij dat verzorgingstehuizen dit steeds vaker zien en ze ook bezigheden geven, al is het maar de aardappels schillen.”

Ruimte
Dorien ziet toch ook een lastig dilemma. De toenemende druk op de mantelzorg en het idee dat zo lang mogelijk thuis blijven wonen erg belangrijk wordt gevonden. “Je moet je toch afvragen, ten koste van wat? De politiek speelt hier ook een vreemde rol in, omdat stellen die samen wonen ook een deel van hun AOW moeten inleveren, ik vind dat zo dom, zo krampachtig om die paar honderd euro per maand. Wat je krijgt is dat mensen liever apart wonen, de een in een verzorgingshuis, dan gewoon samen. Daarnaast zorgt het ook nog eens voor extra druk op de woningmarkt. En er is gewoon geen ruimte meer.”

“We hebben seizoenarbeiders, asielzoekers en statushouders, maar we hebben gewoon geen plek. Onze eigen inwoners moeten ook niet vergeten worden. Ik zie het in mijn eigen omgeving ook, jongeren die nog bij hun ouders blijven wonen terwijl dat helemaal niet gaat. En ik snap dat je niet ongelimiteerd huizen kunt gaan bouwen. De grote groep babyboomers worden nu ouder en komen straks te overlijden. Dan zal er meer aanbod komen. Maar je moet toch met grootschalige, tijdelijke oplossingen komen. Bijvoorbeeld grote hotels voor jongeren, net als voor arbeidsmigranten. Iedereen mag hier komen wonen van mij hoor, maar als het vol is, is het vol.”

Het sociale ontbreekt
Volgens Dorien gaat het bij de overheid nog wel eens mis omdat er te veel wordt gekeken naar de technische aspecten van het beleid. De sociale insteek ontbreekt. “Kijk maar naar de toeslagenaffaire. Men kijkt alleen naar de regeltjes. En dat gebeurt hier in Hollands Kroon ook, op een kleinere schaal. Als ik dan een vraag stel aan de wethouder is het: ‘Mevrouw Sijbenga, u moet de grote lijnen volgen.’ Maar als er bij mij een inwoner komt met problemen, dan kaart ik dat aan. Daar ben ik volksvertegenwoordiger voor. De wethouders, die mogen kijken naar het grotere geheel.”

“Het kan ook haast niet meer, het grotere geheel zien als raadslid. De gemeente is gewoon te groot geworden daarvoor. Vroeger, toen ik in de raad van Wieringermeer zat, toen kon dat nog. Nu moet ik naar Anna Paulowna, waar ik niemand ken, niet weet wat er speelt. Dat zie je ook aan de inspreekmomenten. Iedereen die in de raad komt spreken heeft het erover dat ze niet geïnformeerd zijn. Je kunt niet alle inwoners bij elk onderwerp hun zin geven, maar ze moeten wel de kans krijgen om hun zegje te doen en op tijd geïnformeerd worden.”
Naast de schaalvergroting is ook de wijziging van het vergaderschema een doorn in het oog van Dorien. “De fusie was bedoeld om de ambtenarij naar een hoger niveau te tillen en om participatie beter uit te rollen, maar ik zie daar niets van. Mensen hebben ook minder interesse in zaken die zich ver van hun huis afspelen.”

Stoppen of doorgaan?
Dorien is ooit de politiek ingestapt toen zij door een procedure omtrent een motorcross terrein naast haar boerderij in aanraking kwam met het openbaar bestuur. Ze beseft zich ook heel goed dat het ‘not in my backyard’ fenomeen toen ook voor haar relevant was. “Zelf was ik ook niet betrokken bij de lokale politiek, ik wist niet eens wie de wethouders waren, tot er iets gebeurde naast mijn huis. Ik kwam toen in contact met Arjen Voogt en die vertelde ook dat hij dat jammer vond. Ik voelde me best wel aangesproken en dacht ook bij mezelf: Waarom zou ik niet eens vier jaar lang die verantwoordelijkheid nemen? Van het een kwam het ander en nu zit ik hier nog.”

Nu, ruim twintig jaar verder, twijfelt zij over haar politieke toekomst: “De rol van volksvertegenwoordiger ligt me, maar omdat ik het niet meer zo kan invullen als ik zou willen vind ik het wel heel lastig worden. Ik kan de zaken niet meer uitleggen aan de mensen. Je zou bijna cynisch worden van het eeuwige verwijzen naar het coalitieprogramma. Als we nou eens zouden kijken of we ons kunnen conformeren aan een raadsprogramma, dan zou dat al veel schelen. Maar goed, zoals het nu gaat voelt het soms wel machteloos en je wordt er wel op aangekeken door de kiezers. Het laatste halfjaar ga ik in ieder geval een heleboel moties indienen en kijken wat ik nog naar binnen kan slepen.”

Dorien heeft nog geen idee of ze weer meedoet met de verkiezingen. “De demotivatie in onze groep is groot, en ik kan het niet in mijn eentje aan. Kijk de datacenters, nu mogen ze weer gaan bouwen met een gedoogbeslissing ‘op eigen risico’. Iedereen weet dat als daar een gebouw staat wat miljoenen kost dat de rechter niet gaat zeggen: ‘Breek maar weer af.’ Maar als je als inwoner een schuurtje verkeerd neerzet kun je gewoon gaan slopen hoor. Als dit zo door mag gaan wil ik daar eigenlijk geen deel meer van uitmaken. En ik kom ook op een leeftijd dat ik mijn bucketlist wil gaan afwerken, die negativiteit kan ik er eigenlijk niet bij hebben.”

Mobiele versie afsluiten