
Den Helder – Stefan van Schaik trad op 1 maart 2025 aan als nieuwe directeur-bestuurder van Woningstichting Den Helder. Zijn eerste weken stonden vooral in het teken van kennismaken met de organisatie, partners en omgeving. Regio Noordkop sprak Stefan over zijn komst naar Den Helder en de nieuwe koers van de Woningstichting.
Stefan omschrijft zichzelf als een kind van de volkshuisvesting: “Ik ben opgegroeid in een sociale huurwoning en ben op mezelf gaan wonen in een sociale huurwoning. Al die tijd heb ik nooit gemerkt dat ik een sociale huurder was. Dat goede wonen heeft mij alle kansen in het leven gegeven. Ik vind het geweldig om daar iets voor terug te kunnen doen.” Inmiddels heeft hij bijna negentien jaar werkervaring in de volkshuisvesting, waarvan zeventien bij Wooncompagnie, de laatste tien jaar als directeur-bestuurder. Onder zijn leiding groeide Wooncompagnie uit tot een van de best presterende woningcorporaties van Nederland.
In april 2024 kondigde Stefan zijn vertrek aan bij Wooncompagnie. Zijn laatste werkdag was op 31 december. Twee maanden later trad hij aan als nieuwe directeur-bestuurder van Woningstichting Den Helder.
Van Wooncompagnie naar Woningstichting
Hoe ben je hier terechtgekomen? “In december werd ik gebeld door een recruiter van Woningstichting. Ik vertrok bij Wooncompagnie omdat ik een sabbatical wilde nemen, dus het ging me eigenlijk te snel, maar mijn liefde voor de volkshuisvesting is groot en ik was toevallig beschikbaar. Dat maakte dat ik wel ontvankelijk reageerde op dat telefoontje.” Er speelde hier wel het een en ander. Dacht je niet: ‘moet ik daar wel aan beginnen’? “Dat deed twee dingen met me. Inderdaad de behoefte er goed over na te denken en research te doen om te begrijpen waar ik in stap. Anderzijds werd ik juist heel enthousiast van deze situatie. De rode draad in mijn loopbaan is bouwen aan vertrouwen geweest en ik denk dat daar ook mijn kracht zit.” Hoe doe je dat dan, bouwen aan vertrouwen? “Ik geloof dat je vertrouwen van mensen krijgt op het moment dat je vertrouwen geeft. Ik ben dan ook geen voorstander van top-down gestuurde organisaties. Daarmee ontneem je mensen de ruimte om verantwoordelijkheid te nemen.”
Zit er veel verschil tussen de organisaties van Wooncompagnie en Woningstichting? “In eerste instantie zie ik veel overlap. Bij beide organisaties werken mensen die enorm betrokken zijn. Daarnaast heeft Woningstichting net als Wooncompagnie eigen vakmensen en servicediensten. Dat betekent dat jouw eigen mensen bij de huurders over de vloer komen. Ik vind dat heel belangrijk, dus het is mooi dat deze organisatie dat ook heeft, maar er zijn natuurlijk ook verschillen. Bij de Woningstichting is stedelijke vernieuwing een hele grote opdracht geweest. Hier zitten aanpakkers, die hoef je echt niets te vertellen over vastgoed. Dankzij hen heeft de stad Den Helder de afgelopen jaren een ongelofelijk mooie ontwikkeling doorgemaakt. Als ik dan kijk naar het sociaal beheer en wijkbeheer, zie ik dat er goede dingen gedaan worden, maar dat het echt nog aan het begin staat. Bij Wooncompagnie werken ze met grote buurtteams en dat zijn hier maar een paar mensen. Dit maakt het een grote uitdaging om alles op te vangen. Ik snap daarom heel goed dat die koersverbreding nu gezocht wordt.”
Nieuwe koers
De titel van de nieuwe koers is ‘Goed wonen geeft kracht’. Wat houdt dat precies in? “Een goede, veilige en duurzame woning is goed voor het individu, maar maakt ook de buurt veerkrachtiger. Dat geeft vervolgens weer kracht aan een stad. Ik zie de nieuwe koers als een verbreding waarbij we niet alleen de fysieke opgave aanpakken, maar ook de sociale opgave. Daarvoor richten we ons op vier pijlers: een betrokken organisatie, goede individuele woning, veerkrachtige buurt en sterke stad.” Jullie stoppen dus niet met het bouwen aan de stad? “Ik weet dat die zorgen er zijn, maar dat is inderdaad niet zo. We blijven bijdragen aan stedelijke vernieuwing, maar het is daarin wel zoeken naar een nieuwe balans. Woningstichting is de afgelopen jaren altijd naar voren gestapt en het zou mooi zijn als er nu andere partijen opstaan, want de stad is niet meer hetzelfde. Het uitgangspunt dat er geen andere ontwikkelaar een rol wil spelen in Den Helder geldt niet meer.”
Is Woningstichting de afgelopen jaren dan teveel op de stoel van projectontwikkelaar, in plaats van woningcorporatie, gaan zitten? “Ze hebben veel gedaan op het gebied van koopwoningen en de middenhuur. Dat is hartstikke mooi, omdat er geen andere partij was die dat deed, maar ik hoop dat er nu een moment komt dat wij ons meer kunnen focussen op onze eigenlijke taak en dat is zorgen voor goede huisvesting voor mensen die daar op een of andere manier hulp bij nodig hebben. Dat kunnen ook mensen met een middeninkomen zijn. Het betekent dus niet dat we ons alleen op sociale huurwoningen gaan toeleggen, maar wel dat we onszelf de vraag zullen stellen: gaan we investeren in woningen van zeven ton, of laten we dat over aan een ander en richten wij ons op het sociale en middensegment? Dat is geen onderwaardering van de afgelopen periode, want zonder al die inspanningen had de stad er niet zo uitgezien, maar nu is het moment om de taken te verbreden.”
Relatie met gemeente
Als woningcorporatie stel je jaarlijks met de gemeente prestatieafspraken vast. In hoeverre leidt deze koerswijziging tot andere prestatieafspraken? “Niet. De huidige prestatieafspraken zijn ook uitvoerbaar binnen dat nieuwe denken. Alle projecten waar al ja tegen gezegd is, gaan gewoon door, maar misschien in een andere vorm. We kijken kritischer naar bepaalde zaken en dat betekent dat we soms iets moeten uitstellen, bijstellen of afstellen. Het warmtenet is een voorbeeld van uitstellen. Er is nog teveel onzekerheid over de kosten en landelijke ontwikkelingen, dus het is beter om dat even af te wachten. Zo is ook de bouw van een replica van Paleis Soestdijk in Julianadorp niet rationeel. Onze middelen zijn schaars en worden opgebracht door de allerlaagste inkomens. Een euro kan maar één keer worden uitgegeven en dat doe je het liefst op een manier die het beste ten goede komt aan onze doelgroep. Als je dat gesprek open en vanuit vertrouwen met de gemeente voert, denk ik dat daar alleen maar begrip voor is.”
Heb je al contact gehad met het college? “Ja, ik heb zowel de burgemeester als wethouder Petra Bais gesproken. Die relatie is natuurlijk even scherp geweest, maar ik merk dat ze blij zijn dat we nu weer vooruit kunnen kijken. Het was voor beide partijen een ongelukkige situatie dat het bestuur er niet meer was en dat de Raad van Commissarissen wat naar voren moest stappen. Het feit dat er nu weer bestuurlijke continuïteit is, komt de samenwerking ten goede. Ik heb er veel vertrouwen in dat we de relatie heel snel weer krijgen zoals die moet zijn. Dat het constructief wordt, want uiteindelijk willen we hetzelfde.”
Meer oog voor de huurder
Welke veranderingen moeten in het kader van de nieuwe koers plaatsvinden binnen de organisatie van Woningstichting? “Dat is na twee weken nog heel lastig te zeggen. Ik heb voor mezelf een honderd dagen plan gemaakt om de organisatie goed te doorgronden en zicht te krijgen op de uitdagingen. Er gaat geen grote reorganisatie plaatsvinden, maar ik voorzie wel al dat de sociale aspecten binnen onze functies belangrijker gaan worden, want als woningcorporatie heb je ook een signalerende rol. Als onze vakmensen tijdens het schilderen van een kozijntje zien dat het ergens niet goed gaat of onze medewerkers van het wijkteam constateren dat de gordijnen bij die ene woning nooit meer opengaan, kunnen we in actie komen en eventueel andere organisaties inlichten. Ik werk graag samen met zorgpartijen en welzijnsorganisaties en ik vind dat wij daar echt een verbindende rol in hebben. Er zijn weinig type organisaties die zo dicht op het leven en wonen van mensen staan.”
Naast die verbindende en signalerende rol, welke kenmerken heeft een goede woningcorporatie volgens jou nog meer? “Klantgerichtheid vind ik heel belangrijk. Als je bij een winkel niet goed geholpen wordt, ga je naar een andere winkel, maar onze huurders hebben weinig te kiezen. Dat betekent dat je een enorme plicht hebt om hen goed te bedienen. Daarnaast vind ik dat je als woningcorporatie rekenschap moet afleggen over de keuzes die je maakt. Wij werken met maatschappelijk geld en daar moet je transparant over zijn, ook als je fouten maakt. Verder moet je als corporatie verantwoordelijkheid nemen voor je werkomgeving, vind ik. Wij heten niet voor niets Woningstichting Den Helder. Dat betekent dat je niet op je handen moet gaan zitten en dat je naar voren durft te stappen als dat nodig is.”
Verscherpt toezicht
Je hebt veel zin om aan de slag te gaan, maar Woningstichting staat natuurlijk nog onder verscherpt toezicht van de Autoriteit woningcorporaties. In hoeverre beperkt dat jou als directeur-bestuurder? “Het zegt wel iets over de ruimte die je als organisatie kunt nemen. Je hebt in elk geval een herstelplan te maken, daar zijn we hard mee bezig geweest en die is bijna af. Als dat plan er is, gaat de Aw toezien dat wij daarvoor de juiste maatregelen treffen. Ik vind het eerlijk gezegd helemaal niet verkeerd dat je in die fase een scherpe blik van buiten er bij hebt. Veel van de benodigde maatregelen gaan over goed bestuur en het beter op orde brengen van checks and balances. Daarnaast is er een cultuuromslag nodig, maar dat is een beweging die langer duurt. Die gaan we in gang zetten door samen te werken vanuit vertrouwen en mensen meer verantwoordelijkheid te geven.”
Hoe lang denk je nodig te hebben om de Woningstichting naar hetzelfde niveau als Wooncompagnie te tillen? “Weet ik niet. Dat is niet in een jaar gedaan. Ik hoop dat ik aan het einde van mijn eerste termijn (na vier jaar) een heel eind gekomen ben en dat ik tijdens een eventuele tweede bestuurstermijn mogelijk andere accenten kan leggen.” Wat zouden die andere accenten dan zijn? “Dat is heel moeilijk om nu al te zeggen, want dat is ook afhankelijk van de context. Waar staan we op dat moment? Wat is er gebeurd in een bepaalde buurt of wijk? Welke rol dienen wij op dat moment te vervullen? De komende jaren gaat dat zich steeds meer inkleuren. Ik hoop dat we over vier jaar als Woningstichting Den Helder trots zijn op waar we staan. Het is nu al een mooi bedrijf en we gaan ervoor zorgen dat het nog mooier wordt.”
Positief en duidelijk verhaal .
Inderdaad, klinkt positief, dat kunnen we als huurder wel gebruiken.
Veel succes gewenst in uw nieuwe functie.
Kan niet anders dan dat het een succes wordt met van Schaik