Column: De datacenter hetze

Al jaren worden we geconfronteerd met berichtgeving over lokale bestuurders die hun ziel zouden hebben verkocht voor een klein aandeel in de globale zoektocht naar verdere digitalisering. Nog steeds blijven de datacentrum perikelen in Hollands Kroon een terugkerend onderwerp in de media en in de raad, bijna altijd vanuit het perspectief dat ergens een grens is overschreden door het bestuur en dat zij zich moeten verantwoorden. Deze golfbewegingen van publieke verontwaardiging geven het signaal af dat de vestiging van datacenters probleem na probleem oplevert voor de gemeente Hollands Kroon. De werkelijkheid is anders: Keer op keer worden imaginaire problemen weerlegd of genuanceerd, waarna er door tegenstanders en media spoedig een volgende affaire gekunsteld wordt.

Alle tegenargumenten zijn getest en hebben gefaald. Zo is de massa-opslag van data juist vele male duurzamer dan kleine lokale opslag, verbruiken datacenters helemaal geen gevaarlijke hoeveelheden water en worden er ook geen chemicaliën gedumpt. De zo gewaardeerde landbouwgrond die nu bewaard moet blijven werd jaren geleden nog welwillend voor een habbekrats verkocht door boeren die heel goed inzagen dat de toekomst elders lag.

Tegenstanders zoeken naar nieuwe strohalmen om zich aan vast te klampen, omdat het enige concrete bezwaar dat zij overhouden, na het eindeloos weerleggen van claims over milieuvervuiling en energieverbruik, oppervlakkig van aard is en ziet op het uiterlijk van de datacenters. Er verandert overigens weinig aan hoe de omgeving voorheen was; een combinatie van snelweg en kale landbouwgronden. De ‘verdozing’ van het landschap was er al, in de vorm van glastuinbouw, nu zijn het datacenters en blijkt het uitzicht opeens verpest. Opmerkelijk is dat de kwestie horizonvervuiling nooit aan de orde is wanneer dat de horizon van een ander betreft.

Geen vooruitgang
De conservatieve aap komt dan ook al snel uit de mouw: Men wil helemaal geen vooruitgang in de regio. Van generatie-overschrijdend denken is geen sprake en alles moet vooral bij het oude blijven. Verbreding van de lokale economie wordt benaderd met scepticisme door vrees voor het onbekende. De vraag is wel of de gemeente de burger hierin tegemoet zou moeten komen, door een verbetering van de externe communicatie en het eerder overbrengen van de werkelijke voor- en nadelen van datacenters, maar vaak lijken tegenstanders toch Oost-Indisch doof en de media selectief in de berichtgeving.

Nergens wordt benoemd dat de samenwerking met Tech-giganten blijk geeft van vooruitstrevend denken en de fascinerende visie dat een kleine gemeente als Hollands Kroon een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de economie van de toekomst. Bestuurders die in een achtergebleven en vergrijsde regio open staan voor innovatieve ontwikkelingen zouden gevierd moeten worden.

In plaats daarvan verkneukelen tegenstanders zich nu over de kwestie die speelt tussen de gemeente en de provincie, omdat onduidelijk blijkt te zijn bij wie de beslissingsbevoegdheid ligt. Dezelfde mensen die zich alsmaar uitspreken tegen provinciale besluitvorming in hun eigen leefomgeving hopen nu dat de gedeputeerde staten de zeggenschap heeft, als dit maar betekent dat de gemeente fout zit. Een stuitend bewijs dat de gehele discussie gekaapt is door een ingegraven oppositie die van een inhoudelijke discussie een principekwestie maakt.

Mobiele versie afsluiten