
Den Helder – De gemeente Den Helder heeft donderdag principe-afspraken met de provincie Noord-Holland en het ministerie van Defensie ondertekend over de ontwikkeling van de haven van Den Helder. Hiermee hebben de partijen afgesproken financieel bij te dragen aan projecten als de nieuwe Ravelijnbrug, het verplaatsen van de Moormanbrug en de ontwikkeling van het terrein Buitenveld.
Door het verplaatsen van de Moormanbrug ontstaat meer kaderuimte voor zowel de Koninklijke Marine als voor andere zeegaande schepen. Dit geeft de Koninklijke Marine ruimte om te groeien en geeft ook ruimte voor de civiele haven ten behoeve van onderhoud van windmolenparken. De huidige provinciale weg N250 wordt aangepakt om de bereikbaarheid en leefbaarheid van Den Helder te verbeteren. Een nieuwe Ravelijnbrug scheidt stadsverkeer van doorgaand verkeer voor een betere doorstroming door het havengebied. In aansluiting daarop wordt de weg ‘Het Nieuwe Diep/Nieuwe Werk’ aangepast.
Daarnaast wordt het terrein Buitenveld op Willemsoord ontwikkeld voor moderne legering van defensiepersoneel. Ook dit geeft ruimte op de marinehaven. Tot slot wordt ‘het Paleis’, het voormalige Commandementsgebouw, gereed gemaakt voor herbestemming. Onderzocht wordt om dit historische gebouw een nieuw leven te geven als maritiem innovatiecentrum. De inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden worden nauw betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de verschillende projecten.
Gemeente positief
“Na jaren van onderzoek, analyses en planvorming is nu de financiële basis gelegd om gezamenlijk daadwerkelijk tot realisatie te komen”, meldt de gemeente Den Helder. Ook wethouder Fotigui Camara is blij met de principe-afspraken. “Dit is een historische stap voor het Maritiem Cluster, die heel Den Helder en ook de Kop van Noord-Holland ten goede komt. De afgelopen decennia is er veel werk verzet voor de stadsontwikkeling en is Willemsoord uitgegroeid tot een bruisend gebied. Met deze aanvullende afspraken maakt Den Helder nu de volgende stap. Een stap naar een haven die de energietransitie optimaal faciliteert, de (inter)nationale veiligheid bevordert en daarnaast zorgt voor een leefbare en bereikbare stad voor iedereen.”