Den Helder – De 21-jarige J.N. uit Den Helder ontkende vrijdag bij de rechtbank in Alkmaar dat hij betrokken was bij een diefstal met geweld in een woning in Den Helder op 19 juni vorig jaar. “Ik was daar niet en heb er niets over te vertellen”, zei hij. Toch vond de officier van justitie dat er genoeg bewijs is om de man te veroordelen tot 2,5 jaar gevangenisstraf voor de gewelddadige beroving.
Het slachtoffer vertelde bij de politie dat hij met vrienden in de woning aan het sleutelen was aan een scooter. Op een gegeven moment moesten zijn vrienden een onderdeel ophalen en was hij ’s avonds laat alleen in het huis. Ineens kwamen er mannen binnen, kreeg hij pepperspray in zijn gezicht en klappen. Terwijl hij gedesoriënteerd op de grond lag, zou hij trappen hebben gekregen tegen zijn lichaam.
Een van de mannen, volgens het slachtoffer was dat N., zou verantwoordelijk zijn geweest voor het geweld. De aangever raakte bij de beroving een dure gouden ketting en een gouden ring kwijt, hij werd bestolen van zijn telefoon en zijn portemonnee. Het slachtoffer liep een hersenschudding op, zijn tand was afgebroken en hij had wonden en kneuzingen. Hij was ontzettend bang geweest en had na de beroving last van nachtmerries en herbelevingen. In een slachtofferverklaring vertelde hij over wat hij had doorstaan. “Erg wat hij heeft meegemaakt, maar ik heb dat niet gedaan”, hield de verdachte vol. N. werd in augustus opgepakt en zit sindsdien vast.
Genoeg bewijs
De officier van justitie vond dat er genoeg bewijs is om de Nieuwedieper te veroordelen. Zo zat er DNA van de verdachte op een busje pepperspray, dat agenten in de woning vonden. Ook zei de bewoner van het huis dat N. destijds bij hem in huis woonde en een sleutel had van zijn huis. Daarnaast waren er nog verklaringen van getuigen. Dat hij in het bewuste huis had gewoond, daar klopte volgens N. niets van. “Ik ken die bewoner niet en dat huis ook niet”, zei hij. De verdachte heeft een flink strafblad. Hij had nog zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf boven zijn hoofd hangen en de officier wil dat hij die ook nog gaat uitzitten.
De verdachte heeft last van diverse psychische stoornissen, gebruikt verdovende middelen en is licht verstandelijk beperkt. Hij wilde in verband met deze strafzaak niet meewerken aan psychologisch onderzoek. Tijdens een eerdere veroordeling beschouwde de rechtbank hem als verminderd toerekeningsvatbaar, maar de officier zag geen aanleiding om daar nu ook vanuit te gaan. De officier noemde het heel erg wat N. volgens hem heeft gedaan. “Het zal je maar gebeuren. Dit heeft een enorme impact op een slachtoffer, zijn omgeving en ook op mensen die hierover horen.”
De advocaat van N. bepleitte vrijspraak, want zij vindt dat er niet genoeg bewijs is. De uitspraak is op 5 april.
Verslag: Jeanine Verhagen