Texel – Het is waarschijnlijk het kleinste diertje dat een Dierenambulance ooit heeft vervoerd: een zeepaardje in een pot met zeewater. Ecomare laat weten dat het visje onderkoeld op het strand van Castricum lag. De vinder nam hem mee in een laagje zeewater en belde Ecomare. Dierenambulance Noord-Holland Noord was bereid het zeepaardje naar de veerboot te brengen. Hier is hij overgedragen aan dierverzorger Jarco Havermans van Ecomare. Hij is inmiddels te zien in het Zeeaquarium van het centrum.
In Ecomare is het zeepaardje geplaatst in een van de wandaquaria in het Zeeaquarium. Hij deelt zijn verblijf met een paar steurgarnalen en haaieneieren. Kunstmatig wier en een constante stroming zorgen voor een geschikte omgeving. Zeepaardjes houden zich graag vast met hun staart, het nepwier is hier prima geschikt voor. Het is voor de bezoekers wel even zoeken om het visje te vinden: zeepaardjes kunnen zich enorm goed verstoppen.
In de winter kunnen zeepaardjes worden overvallen door de kou. Als de temperatuur van het water in hun omgeving onder de 9 graden zakt, worden ze inactief. Dan kunnen ze onderkoeld aanspoelen op het strand. Nu het eerste zeepaardje is gevonden, zullen er naar verwachting meer volgen. Daarom adviseert Ecomare om een waterdicht zakje mee te nemen als je naar het strand gaat. Vind je een zeepaardje, dan kun je hem daarin, in een laagje zeewater, vervoeren.
Ontheffing
Ecomare en Diergaarde Blijdorp zijn de enige twee aquaria met een ontheffing voor de opvang van zeepaardjes. Dat betekent dat als ergens een zeepaardje levend aanspoelt, hij ofwel naar Rotterdam, ofwel naar Texel moet worden gebracht. Mensen die een zeepaardje hebben gevonden, kunnen contact opnemen met Ecomare of Diergaarde Blijdorp om te overleggen over het transport van het dier. Jarco is blij dat Dierenambulance Noord-Holland Noord het onlangs gevonden zeepaardje naar de veerboot heeft gebracht.
Het zeepaardje bleek, eenmaal op temperatuur gekomen, flink trek te hebben. De dierverzorgers voeren hem mysis, heel kleine kreeftachtigen. Het visje wordt pas teruggebracht naar zee als de zeewatertemperatuur weer voldoende gestegen is. Dat is in de regel rond half mei het geval. Tot die tijd is hij te zien in Ecomare.