Den Helder – De Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij brengt elk jaar in november dank uit aan een aantal trouwe donateurs. Voor de Kop van Noord-Holland, uitgezonderd Texel, gebeurde dat zaterdagochtend in het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers te Den Helder.
Daar werd aandacht besteed aan tien jubilarissen uit deze regio, die de KNRM al vele jaren steunen. Hun werd – na een lezing over het werk van de KNRM – een attentie, een rondgang door het museum en een lunch aangeboden. Vertegenwoordigers van de KNRM-stations Den Helder, Den Oever, Petten en Callantsoog waren present om het eerbetoon kracht bij te zetten.
Eén van de te huldigen personen kwam van Wieringen, namelijk Dorreke Wielenga, woonachtig op Stroe. Zij werd vijftig jaar geleden donateur. “Ik werd indertijd door de KNRM geholpen toen ik met mijn ongemotoriseerde skûtsje bij Terschelling in problemen was geraakt. Als je vaart, moet je donateur zijn, vind ik, ook al zeil ik nu niet veel meer”, vertelt ze.
Investeringen
Doordat de KNRM geen subsidie van de overheid ontvangt, is ze voor een belangrijk deel afhankelijk van de jaarlijkse donaties. De komende jaren wordt veel geïnvesteerd aan vernieuwing van het materieel. Voor het station Den Oever komt volgend jaar een nieuwe reddingboot in de vaart en er is een plan om het station te verplaatsen van de Sluiskolkkade naar de Noorderhaven.
Een van de jubilarissen had nog een verrassing voor ‘Dorus Rijkers’. Het was een oorkonde van een van zijn overgrootvaders, Jan Eeuwes Visser, die in de negentiende eeuw schipper was van de voorloper van de KNRM op Ameland. Die kreeg hij in 1854 voor een redding. Het wrange van het verhaal was, dat de schipper zelf vier jaar later omkwam bij een actie. De oorkonde krijgt een mooie plek in het museum.
