Hollands KroonPolitiek

Portret van een raadslid: Jan-Willem van der Klugt

In deze serie interviews spreken wij iedere zaterdag met een ander gemeenteraadslid. In dit deel: Jan-Willem van der Klugt van CDA Hollands Kroon

Advertentie:

Op deze eerste kerstdag een interview met de kersverse lijsttrekker van het Christen-Democratisch Appèl, wel zo gepast. Jan-Willem van der Klugt zit nu bijna twaalf jaar in de gemeenteraad en voert komend jaar voor het eerst de lijst van het CDA aan. Ik ging afgelopen week bij hem op bezoek in Wieringerwaard om eens te vragen of hij al vooruit kijkt naar de verkiezingen, maar ook wat hij naast het raadswerk zoal doet. Het is koud buiten en de weilanden om het huis zijn wit van de vorst. Binnen staat de kerstboom al te wachten.

Op de eettafel staat een schilderij en een palet met verf. De vrouw van Jan-Willem schildert graag zo vertelt hij. Hij laat nog een aantal werken zien, die in het huis aan de muur hangen. Ze zijn allemaal erg mooi. Eén van de schilderijen is een landschap in Nieuw-Zeeland. Daar hebben Jan-Willem en zijn vrouw een paar jaar geleden rondgereisd. Ook Australië werd bezocht. “Toen we gingen sneeuwde het hier in Nederland en toen we aankwamen was het dertig graden. Een fantastisch land. Het was heerlijk om even los te zijn van de wereld. Ik kijk er echt met genoegen op terug.” Canada is de volgende bestemming, wanneer corona het weer toelaat.

Thuis voelen bij de partij
Nu nog even in Nederland. Jan-Willem zit dus al een tijdje in de raad en is recent verkozen als lijsttrekker. Hoe is hij in de lokale politiek beland? “Ik doe het straks twaalf jaar. Ik ben begonnen in de gemeente Anna Paulowna nog. Tot en met 2008 was ik voorzitter van de Lentetuin in Breezand en daar ging ik mee stoppen. Het CDA, waarbinnen ik een aantal mensen kende, dacht toen dat ik dan vast wel tijd over zou hebben voor de lokale politiek, dus die hebben mij benaderd. Ik wilde eerst een jaartje even geen nevenfuncties, maar daarna ben ik dus aangesloten. In maart 2010 stond ik voor het eerst op de kieslijst en werd ik gekozen.”

Jan-Willem voelde zich na het aansluiten bij het CDA meteen thuis bij ‘de club’. Volgens hem delen ze hetzelfde beeld over hoe je de samenleving moet inrichten. Hij heeft dan ook altijd op de landelijke CDA gestemd. Tenminste, op één keer na: “In 2002 heb ik op Pim Fortuyn gestemd. Toen was hij natuurlijk al vermoord, kort voor de verkiezingen. Ik heb dat een beetje uit protest gedaan toen. Er is helaas natuurlijk niks meer van gekomen, die beweging is als een nachtkaars uitgegaan.”

Sociaal domein
Met de idealen van het CDA in zijn gedachten houdt Jan-Willem zich binnen zijn fractie in Hollands Kroon onder andere bezig met het sociaal domein. Daar is veel in veranderd de laatste acht jaar, nadat allerlei verantwoordelijkheden van de landelijke en provinciale overheid naar de gemeenten zijn geschoven. “Daar kan je als gemeente nu echt een stempel op drukken. Het blijft wel een aandachtspunt en dat zal niet snel veranderen. In Hollands Kroon hebben we besloten om met één zorgpartner te gaan samenwerken, dat is Incluzio Hollands Kroon. Dat blijkt een gouden greep te zijn geweest.”

“Het lukt Incluzio veel beter om de zorg te organiseren en de inwoners zijn ook erg tevreden. Uit de cijfers blijkt dat het zeer efficiënt gaat. Heel veel gemeenten ervaren veel onzekerheid over de kosten rondom de zorg, maar in Hollands Kroon niet.” Volgens Jan-Willem is het wel een risico geweest. De aanbesteding toentertijd was naar eigen zeggen ‘op basis van vertrouwen’. “We wisten niet goed hoe het eruit ging zien. Het moest ontwikkeld worden terwijl het werk al bezig was.” Volgens Jan-Willem had het ook op een aantal momenten fout kunnen lopen.

Nu is het zaak om te blijven monitoren hoe goed de zorg daadwerkelijk geregeld is. Jan-Willem is voorzitter van de werkgroep die zich hiermee bezighoudt. “We stellen prestatie indicatoren op waarmee je kunt meten hoe goed iets in werkelijkheid gaat. Het is wel een uitdaging om de zorgpartners zover te krijgen om hieraan mee te werken, want dat zijn ze niet allemaal gewend, maar er worden stappen gemaakt.” Incluzio heeft wel een soort van monopoliepositie, er is eigenlijk geen alternatieve organisatie die dezelfde dienstverlening kan bieden.

Ik vraag me dan af of het wel zin heeft om zoveel te doen aan monitoring, want als blijkt dat het heel slecht gaat met de zorg, is het toch niet mogelijk om over te stappen naar een andere aanbieder. “Er is altijd een alternatief als het niet goed gaat en dat is om te stoppen met Incluzio Hollands Kroon. Dan ga je eigenlijk weer helemaal terug naar hoe het was in 2015 en kun je opnieuw aanbesteden. De vraag is maar of dat wenselijk is, aangezien uit de aanbesteding blijkt dat er eigenlijk geen andere partijen zijn die dit kunnen. Uitgangspunt moet zijn om de zorg met elkaar beter te maken.” De conclusie die je daaruit kan trekken is een beetje dubbel volgens Jan-Willem: Enerzijds betekent het dat je de beste keuze hebt gemaakt, anderzijds ben je wel tot elkaar veroordeeld.

Het gaat goed in Hollands Kroon
Of Jan-Willem het sociaal domein blijft doen de volgende raadsperiode weet hij nog niet: “Ik hoop natuurlijk dat we straks met zes man in de raad komen, we hebben er nu vijf. Ik zou sociale zaken best graag blijven doen, maar als er iemand anders binnen de fractie is die het beter kan, ook prima.” Hij is verder niet van plan om veel dingen te veranderen ten opzichte van nu: “Nee eigenlijk niet, ik vind dat we de afgelopen vier jaar heel veel goed hebben gedaan. Omdat we in de coalitie zaten hebben we veel van onze voornemens kunnen waarmaken en het gaat eigenlijk best heel goed in Hollands Kroon. We klagen wel eens, maar we hebben het echt op orde. Als ik om ons heen kijk zijn er veel gemeenten die moeite hebben met de begroting en die moeten bezuinigen. Wij hebben sinds de fusie gewoon veel goede keuzes gemaakt die nu positief uitpakken.”

Eén van die keuzes is de inrichting van de gemeentelijke organisatie geweest. Er is gekozen voor zelfsturende teams, zonder echte management lagen. Dat trekt volgens Jan-Willem een ander type medewerkers aan: “Het beeld van de stoffige ambtenaar vind je bij ons niet. Het lukt ons juist heel goed om jonge mensen aan te trekken. De trainees zijn daar een goed voorbeeld van.” De organisatie staat daarom open voor positieve verandering en er is veel zelfsturing. Dat komt ook in de samenwerking met de inwoners naar voren: “We gaan heel ver in de privatisering van de sportaccomodaties bijvoorbeeld, dat leggen we helemaal bij de verenigingen. Inwoners vinden dat leuk en voor de gemeente is dat een goede manier om de kosten te kunnen voorspellen. We zijn een vergaande vorm van een ‘regiegemeente’.”

Impopulaire beslissingen maken
Meer gemeenten en andere organisaties proberen zich op die manier op te stellen. Dat lukt niet altijd. In de gemeente Schagen zijn er al jaren vragen over de organisatiestructuur en wordt er steeds weer gereorganiseerd. Wat zorgt er dan voor dat het in Hollands Kroon wel is gelukt? “We komen natuurlijk voort uit een fusie en dan moet je de ambtelijke organisaties gaan samenvoegen. Dan heb je het risico dat je daar een strijd krijgt en dat iedereen zich aan zijn oude gewoontes blijft vasthouden. Het is ons juist door die nieuwe werkvorm gelukt om ervoor te zorgen dat het juist is verlopen. Natuurlijk zijn er enkele mensen vertrokken omdat ze zich hier niet in konden vinden, maar daar moet je op een nette manier afscheid van nemen.”

Toen de gemeente Callantsoog samenging met de gemeente Zijpe, die inmiddels weer is opgenomen in de gemeente Schagen, was er volgens Jan-Willem nog jarenlang gedoe op het gemeentehuis. Dat is niet bevorderlijk. “Je moet impopulaire maatregelen durven nemen. Als je de kool en de geit wil sparen gaat het mis. Je moet ingrijpende dingen doen en ze goed uitleggen, maar ook accepteren dat sommige mensen weggaan als het er niet mee eens zijn.” De gemeenteraad bemoeit zich niet met het individuele personeelsbeleid, maar kiest wel voor de organisatiestructuur.

Landbouw en chemie
Zelf werkt Jan-Willem sinds 2018 bij ADAMA Northern Europe, een bedrijf dat gewasbescherming maakt voor in de landbouw. Hij heeft geen achtergrond in de chemie, maar wel in de landbouw: “Ik ben geboren op een bloembollenkwekerij. Mijn ouders zijn bloembollenkwekers geweest en ik heb hun bedrijf ook nog een tijd overgenomen samen met mijn broer. Nadat we daar in 2005 mee zijn gestopt heb ik nog elf jaar bij een bouwadviesbureau gewerkt, ook specifiek gericht op de landbouw. Ik ging dan met de agrariërs in gesprek en begeleidde ze bij de bouw van nieuwe stallen bijvoorbeeld.” Nu is Jan-Willem accountmanager en technical support manager op het gebied van bloembollen. Hij gaat met de sector in gesprek om problemen te herkennen, om zo te kijken of ADAMA daar een oplossing voor kan bieden. Steeds meer wordt er gewerkt met natuurproducten.

De gewasbescherming is wel een onderwerp waarover gediscussieerd kan worden. Sommige mensen vinden het omstreden. “Dat ligt eraan aan wie je het vraagt natuurlijk. Veel mensen vinden het omstreden, maar de agrariërs kunnen eigenlijk nog niet zonder. Er zijn wel biologische boeren, die maar beperkt of helemaal geen chemische producten gebruiken, maar of dat echt milieuwinst oplevert is maar de vraag. De opbrengt is vaak minder. Het Rijk wil graag naar een circulaire landbouw, maar maakt sommige dingen ook onmogelijk door regelgeving. Ik heb het idee dat we in Nederland nog niet goed weten waar we heen willen met de landbouw.”

Zo ook het stikstofprobleem, dat eindigt bij de grens. “We willen in Nederland heel veel op heel weinig ruimte. We willen ook hier, de kool en de geit sparen, tegelijk dominee en koopman zijn. Rijksoverheid zet in op extensivering, maar wil minder landbouwgrond. Je kunt denk ik beter intensiveren. Wij beslissing hier niet over in Hollands Kroon, maar het speelt hier wel veel. Het is exemplarisch voor de spagaat waar we inzitten.” Jan-Willem denkt dat circulariteit goed is, maar het gebruik van chemie kan niet zomaar worden weggenomen.

Raadsakkoord
Met zijn werk en de politiek zal Jan-Willem zich niet hoeven vervelen, zeker niet de komende maanden. In aanloop naar de verkiezingen heeft de lijsttrekker natuurlijk wat meer verantwoordelijkheden dan de rest. Na 16 maart mag hij zich hopelijk gaan richten op coalitieonderhandelingen, waarbij hij de mogelijkheid van een raadsakkoord niet uitsluit: “Dat kan alleen als iedereen ervoor open staat. Als er al één partij niet meedoet heb je geen raadsprogramma, maar gewoon een hele grote coalitie. Dus dat is de eerste vraag. Daarna moet je kijken of een pakket van onderwerpen kan samenstellen waar iedereen het mee eens is.”

Ik vraag me af of je dan niet gewoon een programma krijgt waar alle omstreden onderwerpen uit zijn gehaald, wat is dan de winst? Jan-Willem lacht: “Dat is denk ik wel een terechte vraag, maar het kan ook bij de grotere onderwerpen goed zijn om te kijken of er een gemeenschappelijk idee te vinden is. Het is geen heilige graal, maar het is het waard om te kijken of het voor betere en snellere besluitvorming kan zorgen.”

Nieuwe generatie
Een ander punt van aandacht waarover Jan-Willem richting de verkiezingen nadenkt is de jeugd. Het is moeilijk om jongeren te vinden die zich via, of richting het CDA willen uitspreken over de lokale politiek. “Alle partijen worstelen met hiermee. Ik wil ook echt wel een oproep doen aan de jongeren in Hollands Kroon, om zich te gaan bemoeien met de politiek hier. Wij maken nu beslissingen die de komende dertig jaar invloed hebben, we maken de blauwdruk. Ik ben dan zelf 84, dan maakt het mij niet meer uit, maar heel veel jongeren moeten nog heel lang vooruit.”

“Ik merk dat de jongere generaties ondervertegenwoordigd zijn, het zou echt wat waard zijn als daar verandering in komt.” Dat hoeft niet eens bij het CDA te zijn, al mag dat natuurlijk wel. “Politiek gaat ook om gevoel denk ik, dus benader vooral de partij waar jij je goed bij voelt.” Jongeren beseffen soms niet dat lokale partijen juist graag met ze in gesprek gaan en dat ze welkom zijn bij fractievergaderingen: “Dat kan goed, dat dat besef er niet is. Dan moet ik ook naar mezelf wijzen, omdat het onvoldoende is gelukt om die boodschap naar de jongeren te krijgen. Politiek is in ieder geval geen ‘rocket science’, het is een ding van gewone mensen en van alledag. Er zijn geen foute meningen, alleen meningsverschillen.” Voor jongeren die wel politiek actief willen worden biedt Jan-Willem alvast een vooruitblik: “Soms zal je je zin krijgen en soms niet, dat is politiek.”

Toon meer

Stijn Vos

Stijn Vos was in het verleden werkzaam als politiek verslaggever bij Regio Noordkop. In 2023 maakte hij de overstap naar Binnenlands Bestuur. Tegenwoordig is hij op vrijwillige basis een van de presentatoren van De Week op Zaterdag, op de radiozender van Regio Noordkop.

Wellicht ook interessant

Back to top button