Den HelderMaritiem

Nieuw boek over leven op marineschip Bonaire

Advertentie:

Den Helder – Nat, koud, ziektes en een niet al te zachtzinnige behandeling door hun leidinggevenden: de matrozen aan boord van de Zijner Majesteit Bonaire hadden het zwaar. Sommigen waren nog maar amper 13 jaar oud toen ze tekenden voor een dienstverband van 12 jaar, een contract waar je niet onderuit kon. Schrijver Ben Mooiman verbaasde zich over de omstandigheden aan boord en schreef er een boek over: “Lust in het Zeemansleven”.

Op Willemsoord, de oude Rijkswerf in Den Helder, wordt al meer dan 15 jaar gewerkt aan de restauratie van het oude zeil- en stoomschip Bonaire. Het schip werd in 1880 door de Marine in gebruik genomen en patrouilleerde, afgewisseld door zusterschip Suriname, in de wateren van de West en voor de Hollandse kust. Achterin hadden de 15 officieren redelijk wat ruimte, maar voorin het schip, op dezelfde oppervlakte, leefden 75 matrozen dicht op elkaar.

“Ze werkten vier uur op en vier uur af”, vertelt Mooiman in de ruimte waar de bemanning verbleef. Er zijn opnieuw hangmatten opgehangen om te laten zien hoe de matrozen sliepen, “Maar ze hingen toen nog dichter bij elkaar. En als ze er uitkwamen, rolden ze hun hangmatten heel strak op en legden die in de Kooiverschansing. Die moesten ze bij nood gebruiken als reddingsboei. En het was hier binnen hartstikke donker en er was amper ventilatie. Het moet af en toe een chaos geweest zijn.”

Advertentie
Mooiman werkte drie jaar aan zijn boek. De titel komt van een advertentie van de Leidsche Kweekschool voor de Zeilvaart die zo probeerde nieuwe leerlingen binnen te halen. “Die stuurden best wat jongens door naar de Marine. Jongens die meer konden, werden opgeleid tot bijvoorbeeld stuurman op de koopvaardij. De vaak jonge jongens werden ingedeeld in ‘bakken’, groepen die werden geleid door de bakmeester. Hij was vaak als een vader voor de jongens, maar de opvoeding ging hardhandig.”

De matrozen van soms 13 maar vaker 14 jaar oud werden zonder enige vorm van keuring aangenomen bij de Marine. “Je moest goed gebouwd zijn, maar verder werd nergens naar gekeken, zeker niet hoe het geestelijk ging. Er zat dus van alles tussen. Bedplassers werden bijvoorbeeld gezien als lui. Zij werden met hun natte deken om hun hoofd, als een soort tulband, vastgebonden aan de mast tot ze droog waren. Daarna kregen ze nog een pak slaag van hun bakmeester.”

Ook wat hygiëne betreft was het geen pretje aan boord. “In mijn ogen was het een hel aan boord.” De grote behoefte werd gedaan in de punt van het schip, op een plank boven het water. Er was geen toiletpapier, de billen werden geveegd met het borstelige eind van een touw, het zogenaamde ‘allemans eind’. Na afloop werd die weer terug in zee gehangen.

Erbarmelijk
“Het waren echt erbarmelijke omstandigheden”, zegt Mooiman. “Als het schip in de West was dan was het boven op het dek natuurlijk wat aangenamer. Maar het kon daar ook stevig regenen. En het dragen van een korte broek of korte mouwen kon niet vanwege de muskieten. Ziektes zoals de gele koorts lagen op de loer. Er zijn verhalen van schepen die helemaal leeg voor anker lagen bij Suriname, omdat de hele bemanning dood was.”

De schrijver zelf heeft ervaring met werken in krappe ruimtes. Hij was jarenlang officier bij de Onderzeedienst en werkt nu mee aan de restauratie van de Bonaire. “Maar wij hadden wel altijd schone lucht aan boord. Die omstandigheden zijn niet te vergelijken. Tegenwoordig is de jeugd ook veel mondiger natuurlijk, dus hoe het toen was zou nu nooit meer kunnen. Ik vraag me nu nog steeds af hoe ze het toen volhielden.”

Het boek “Lust in het Zeemansleven” werd gemaakt in samenwerking met de Historische Verenging Den Helder. Leden kunnen het daar bestellen met korting. Het boek is te verkrijgen via boekhandel Bruna. Alle opbrengsten gaan naar de Historische Vereniging.

Toon meer

NH Nieuws

De bron van bovenstaand bericht is NHNieuws, de provinciale omroep voor Noord-Holland. Zij is mediapartner van Regio Noordkop.

Wellicht ook interessant

Back to top button