Ex-Ajacied Hosé vindt rust: “Iedereen wil Messi zijn, maar niemand wil zijn hoofdpijn”

Den Helder – De Helderse Brutil Hosé (41) kwam als jonge Ajax-speler als een komeet en werd zelfs vergeleken met Patrick Kluivert. Zijn jeugd was turbulent en zijn voetbalcarrière van korte duur: op zijn 25ste stopte hij er alweer mee. “Het is allemaal te vroeg gekomen voor mij. Van jongen uit de Falgabuurt, die niks had, naar 18 jaar en vier ton verdienen: dat kan niet.”

Als Brutil Fridarius Hosé 12 is, komt hij samen met zijn jongere broertje vanuit Curaçao naar Nederland toe. Na het overlijden van zijn moeder, besluit de vader van Hosé dat het beter is als de twee bij hun zussen en broers in Den Helder opgroeien. “Mijn vader was nog wel in beeld, maar was niet meegekomen naar Nederland. Die had daarna een andere vrouw en bleef op Curaçao wonen”, vertelt Brutil Hosé.

Eenmaal in Nederland blijkt het lastig om een stabiele basis te creëeren. Zo is de taal een flinke barrière. “Aan het begin was het een beetje moeilijk om te wennen in Nederland. Je komt uit Curaçao, je kunt nog niet goed Nederlands praten: je begrijpt ze niet.”

Ook zegt Hosé dat het lastig was om te mengen, omdat Antillianen destijds vooral met elkaar optrokken in de Helderse Falgabuurt. “Weet je wat het is: als er Antillianen komen, gaan ze meestal alleen maar met Antillianen optrekken en dan leer je de Nederlandse taal niet en kom je in een groep terecht.”

De nieuwe Kluivert
Op 15 november 1998 – Hosé is dan 19 – maakt hij zijn debuut voor Ajax, tijdens de wedstrijd tegen PSV (2-2). Er wordt veel van hem verwacht en Hans Westerhof, in die tijd hoofd jeugdopleiding bij de Amsterdamse club, noemt hem zelfs het ‘het grootste talent van Ajax sinds jaren’. Toch heeft Hosé moeite om aan die hoge verwachtingen te voldoen: pas een jaar later scoort hij zijn eerste doelpunt tijdens de wedstrijd AZ-Ajax (1-2).

Hosé wordt in die periode regelmatig vergeleken met Patrick Kluivert, die een paar jaar eerder is doorgebroken. “Op latere leeftijd, toen ik zeventien werd, toen kwam ik echt in beeld bij Ajax en dachten ze: deze jongen, die kan écht voetballen.”

Dat zijn passie voor de sport nog steeds aanwezig is, wordt duidelijk als Hosé vertelt over zijn voetbalcarrière en zijn liefde voor het vak. “Om goed te worden moet je trainen, trainen en trainen. Maar volgens mij moet je ook talent hebben: je kunt niet goed worden als je geen talent hebt, daar geloof ik niet in. Voetballen moet je met je hart doen.”

Verkeerd beeld
In de jaren die volgen, valt Hosé steeds vaker op door zijn gedrag op en naast het veld: hij raakt betrokken bij flinke vechtpartijen tijdens wedstrijden, gaat veel uit, rijdt in dure auto’s en wordt al op jonge leeftijd vader. “Misschien hebben mensen wel een verkeerd beeld van mij, 50/50. Kijk, ik heb ook veel verkeerde dingen gedaan: slaan, spugen op het veld, dat soort dingen. Ik heb het wel eens gedaan, maar de media heeft het ook een beetje opgeblazen”, vertelt Hosé.

Waarom zijn voetbalcarrière abrupt stopt als hij 25 is, is voor Hosé lastig om te zeggen. Hij denkt dat het een combinatie van factoren is. Kraakbeenletsel in zijn knie, het genieten van het uitgaansleven, een gebrek aan discipline: een jongen die op vroege leeftijd te veel ballen moet hooghouden. “Het is voor mij te vroeg gekomen”, zegt hij. “Normaal blijven, en dan vooral bij Antillianen: die willen altijd meer.”

Zelf lacht Hosé om zijn imago, vooral omdat het beeld van toen niet overeenkomt met zijn leven nu: “Op dit moment ben ik een hele rustige jongen, tranquillo”, zegt hij. Lachend: “Applaus, applaus.” En zelfs de bekende gouden tand, die hij op zijn twaalfde als cadeau van zijn zus kreeg, heeft een andere betekenis gekregen. “Het was de trend een beetje. Ik heb niet echt spijt, maar nu zou ik het niet doen: het heeft geen nut, geen zin, niks.”

‘Stoute dingen’
In Nederland woont Hosé met zijn vijf broers en drie zussen in de Falgabuurt in Den Helder, waar ze opgroeien zonder vader-en-moederfiguur. In de buurt maakt hij kennis met het straatleven. Buiten rondhangen, criminaliteit en ‘stoute dingen’ zijn hem op jonge leeftijd niet vreemd. “Nu weet ik, dat toen ik ouder werd, ik een vaderfiguur miste, toen wist ik dat niet. Je gaat stoute dingen doen. Laat op straat blijven, fietsen stelen, dat soort dingen weet je.”

Zijn broers proberen hem te corrigeren, maar zijn oudste zus beschermt hem juist. Ze merkt dat Hosé en zijn jongere boertje het moeilijk hebben met het overlijden van hun moeder. “Toen begon het eigenlijk een beetje de verkeerde kant op te gaan, de stoute dingen. Wij wisten namelijk dat onze zus ons toch zou beschermen, wat we ook zouden doen, op zo’n manier”, vertelt Hosé. Het straatleven houdt al snel op: als hij 14 is, wordt hij door Ajax gescout. Het broers-en-zussenhuis maakt plaats voor een gastgezin in Amstelveen. “Dat was moeilijk. In Den Helder mocht alles, in Amsterdam mocht niks: alleen goed voetballen. Zo zijn ze wel, opeens mocht je niks, je moest je netjes gaan gedragen”, zegt hij lachend.

Hosé verblijft dan in het gastgezin van Michael Reiziger, die op dat moment ook voor Ajax speelt. “Ik woonde bij zijn vader en moeder en die kennen mij, die weten ervan: waar ik vandaan kom. Ze wisten: deze jongen moet je niet één vinger geven, want hij pakt je hele hand.” Nog steeds benadrukt hij hoe dankbaar hij het gastgezin is, omdat ze begrepen hoe je Hosé moest behandelen. “Zij hadden het echt heel goed door. Die wisten: deze jongen moeten we heel kalm houden, niks in zijn hoofd laten komen, weet je.”

Een strak slaap-en voedingsschema wordt het nieuwe normaal voor Hosé. “Toen ik uit Den Helder kwam, at ik heel slecht en geen groenten. Ik wist het niet, ik was jong en dacht: ‘nee man, dit wil ik niet man, maar het moet’.”

Vader
Op 16-jarige leeftijd wordt Hosé vader van zijn eerste kind. Daarna krijgt hij nog vijf kinderen, uit verschillende relaties. Op dit moment woont Hosé met zijn vrouw en twee kinderen samen. Zijn kinderen hebben, ondanks de verschillende moeders, een goede band met elkaar. “Ik ben een familieman en ben zeker een leuke papa”, vertelt hij enthousiast. “Je moet streng zijn: je mag wel veel, maar tot hier.”

Zes jaar geleden krijgt Hosé te maken met een enorme tegenslag als zijn zoontje Gilliany overlijdt. “Hij had astma en kreeg een aanval, dat heeft hij niet overleefd”, vertelt hij. Het verlies doet veel met Hosé en niet veel mensen weten ervan. “Daarom zeg ik altijd: ik heb vijf kinderen. Eigenlijk heb ik er zes, maar eentje is overleden. Daar heb ik het wel heel moeilijk mee gehad en ik ben het de laatste tijd wel een beetje aan het verwerken, jawel.”

En zo heeft het enfant terrible plaatsgemaakt voor een zorgzame familieman. Al vindt hij dat zijn gedrag tijdens zijn voetbaljaren niet bij zijn karakter past. “In eerste instantie was ik heel verlegen, daarna gaat dat stap voor stap weg. Je moet wel in die voetbalwereld”, vertelt hij openhartig. “Nu maakt het mij eigenlijk niet meer uit wat mensen van mij denken. Ik heb schijt aan iedereen. Ik heb nu door dat ik zelf voor mijn brood moet werken en niemand anders mij helpt”, vertelt Hosé, die blij is met het leven dat hij nu leidt. “Het is goed zo, ik heb mijn rust gevonden en dus ja: het is goed zo man”, aldus Hosé.

Messi
Dat hij niet meer uit zijn voetbalcarrière heeft gehaald, doet hem weinig. “Iedereen denkt voetballen is leuk, maar er zijn veel meer dingen. Iedereen wilt Messi zijn, maar die hoofdpijn van Messi willen ze niet. Messi kan niet naar de AH gaan in zijn eentje en druiven of brood halen of zo”, zegt hij. “Als je profvoetballer wil worden, moet je keihard je best doen. Niets komt vanzelf. Ik ben een heel goed voorbeeld van hoe het niet moet.”

Tegenwoordig geeft hij lezingen over zijn ervaringen in de voetbalwereld. Hosé: “Nu zijn mijn zus en broers heel trots op mij en mijn broertje: we zijn goed terechtgekomen.” Hosé woont in Rotterdam, waar hij het naar zijn zin heeft. En of hij er nog aan denkt om terug te keren naar Den Helder?

“Ik ga weinig naar Den Helder. Ik denk dat ik nu niet meer in Den Helder zou willen wonen, het is te klein voor mij man. Ik heb te veel gezien in Den Helder en hoef er niet meer terug naar toe”, besluit Hosé.

Mobiele versie afsluiten