Den Helder – Het nieuws dat de ijsbaan dit jaar niet wordt opgebouwd op de Beatrixstraat in Den Helder kwam voor velen als een donderslag bij heldere hemel. Met de vinger wijzen naar de bezwaarmakers klinkt logisch, maar is deels onterecht. Aan de andere kant is ook de schuld leggen bij de organisatie, die zelfstandig besloot de stekker uit het evenement te trekken, niet geheel eerlijk.
Ja, er waren enkele bewoners en bedrijven die formeel een bezwaar hadden ingediend tegen de vergunning voor de ijsbaan. Ja, de commissie Bezwaarschriften (een adviesorgaan) van de gemeente had hen vervolgens in het gelijk gesteld en geconstateerd dat er heel wat viel aan te merken op de vergunning. Dit betekent echter niet dat daarmee de vergunning van tafel was, het college kan vervolgens zelfstandig besluiten het advies wel of niet over te nemen.
Van de bezwaarmakers mocht de ijsbaan dit jaar gewoon doorgaan. Dit, omdat er inmiddels goede gesprekken waren met de gemeente over een nieuwe locatie voor 2025 en verder. De organisatie had de baan dus gewoon kunnen opbouwen,, maar besloot anders. Waarom? Het antwoord is vrij simpel: het financiële risico dat was ontstaan door het advies van de commissie Bezwaarschriften. Het gevolg van hun uitspraak was namelijk dat het college de vergunning wilde aanpassen. Dat werkt vertragend en op het moment dat het bestuur van de ijsbaan besloot het feest te annuleren, was de aangepaste vergunning dan ook nog niet beschikbaar.
Financieel risico
“Als we nu afblazen, kost het ons zo’n 30.000 euro”, vertelde Kees Jan Tuin vrijdag 22 november, de ochtend na het besluit. “Als we nu gewoon doorgaan en wachten op de wel of niet af te geven aangepaste vergunning, gaat het ons als we dan alsnog moeten annuleren veel meer kosten, wellicht zelfs meer dan 100.000 euro.” Dat heeft te maken met het feit dat de bestuursleden voor eigen risico de ijsbaan neerzetten. Verliezen dienen ze dan ook zelf op te hoesten. “Bovendien weten we niet hoe de aangepaste vergunning er uit komt te zien, aan welke extra eisen en voorwaarden we dan moeten voldoen en of dat haalbaar is op zo’n korte termijn.” Het bestuur was dus van mening dat ze niet anders konden.
Als er voor het indienen van het bezwaar al goede afspraken waren gemaakt over de komende jaren, had het bezwaar wellicht nooit officieel bestaan. Als de gemeente sneller na de uitspraak van de commissie richting bestuur ijsbaan had gereageerd, was er dit jaar wellicht toch een ijsbaan. Het indienen van het bezwaar was echter te begrijpen (al in eerdere jaren waren bezwaren informeel geuit), dat een college niet op stel en sprong met een nieuwe vergunning kan komen is ook begrijpelijk en dat het bestuur van een organisatie dan maar besluit het zekere voor het onzekere te nemen, valt ze ook niet helemaal kwalijk te nemen.
De vraag is nu of de ijsbaan volgend jaar op Willemsoord, in het Stadspark of een andere locatie kan worden opgebouwd. Dat hangt ongetwijfeld samen met hoe de dit jaar ontstane financiële schade wordt afgehandeld en met de vraag of de organisatie nog de energie en zin heeft om het in 2025 weer op te pakken. De baan verkopen kan natuurlijk ook, volgens Tuin zijn er uit andere gemeenten al aanbiedingen binnen om deze over te nemen.
Dan maar hopen op natuurijs.
Wonderlijke kop boven dit artikel. Als iets onvermijdelijk is, dan kan het niet worden voorkomen of tegengegaan. Dan is het dus kennelijk nodig dat het gaat zoals het gaat. Met andere woorden: iets dat ‘onvermijdelijk ‘ is, zoals de kop suggereert, kan nooit ‘niet nodig’ zijn. Maar wellicht lees ik het verkeerd, dat kan natuurlijk ook…..
Ik zie een belangrijk element toch iets anders. Je kunt niet bezwaar maken tegen de vergunning voor de ijsbaan afgegeven voor dit jaar, om vervolgens te stellen dat het dit jaar van jou door had mogen gaan. Dat is een totale tegenstrijdigheid. Dat het op deze manier “onvermijdelijk” is, is omdat we het dat laten zijn. Dat is gewoon een keuze.