Den Helder – De kadernota, en daarmee de algemene beschouwingen, stonden maandagavond op de agenda van de Helderse gemeenteraad. Tijdens de eerste weer fysieke vergadering in de Kampanje werd door alle partijen hun visie op de kadernota en de plannen voor de komende jaren toegelicht.
De fractievoorzitters namen in willekeurige volgorde, op basis van loting, het woord. Allereerst kwam Carla van Driesten van Senioren Actief naar voren. Haar partij mistte in de kadernota de aandacht voor het financieel misbruik van ouderen, een groeiend probleem. Ook kondigde zij moties aan over steun aan het ‘Odensehuis’ en een openbaar toilet in het centrum. Voor deze onderwerpen kreeg zij later bijval van onder andere D66, die als tweede partij aan de beurt was. Henk Mosk benoemde een groot aantal moties, waaronder een over zelfbewoningplicht, het jongerenpunt en het stroomlijnen van de jeugdzorg.
Beter voor Den Helder was minder kritisch dan de voorgangers en prees het college voor haar inzet tijdens de corona crisis. Wel vroegen zij meer aandacht voor de woningbouw, deze moet sneller. “Dit is veel belangrijker dan een paar bomen, of vleermuizen”, aldus fractievoorzitter Carlo Assorgia. Ook de PvdA, die daarna kwam, benoemde het belang van meer woningen bouwen. Er wordt volgens de partij te veel aandacht besteed aan randvoorwaarden waardoor het proces vertraagd wordt. Het belangrijkste waarover de raad moet beslissen is nu het verkeersinfarct door het TESO-verkeer richting Texel, vindt Pieter Blank. Net als D66 sprak ook de PvdA over de mogelijkheid van een zelfbewoningsplicht, om huisjesmelkers tegen te gaan.
GroenLinks was net als de eerste twee sprekers wel weer kritischer richting het bestuur. Marije Boessenkool noemde meerdere beleidspunten waar volgens haar door slechte keuzes van de coalitie eigenlijk helemaal niets gerealiseerd is. Zo is de cultuur tussen de oppositie en de coalitie volgens haar niet verbeterd en is er ook nog geen vertrouwen in het bestuur. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Harmen Krul van het CDA, die na haar sprak, was dan wel weer erg positief en blij dat het huidige college geen rekening neerlegt bij de inwoners of een volgend bestuur. Een punt van aandacht is volgens hem het regionale en provinciale netwerk richting Den Haag. Er is sprake van versplintering. Daarnaast wordt er in de raad te veel tijd besteed aan de details en te weinig aan het bredere debat. “We hebben uitzicht op het bos en moeten ons niet blind staren op de bomen”, aldus de fractievoorzitter.
De ChristenUnie was positief gestemd over de weg terug uit de coronacrisis. Zij zagen de positieve initiatieven op het gebied van armoedebestrijding en wijkgericht werken. Al werden deze het afgelopen jaar vermoeilijkt door de maatregelen. Behoorlijk Bestuur kwam daarna en was uiterst kritisch. Volgens Sylvia Hamerslag worden prestigieuze projecten “gegund aan een kleine groep bevriende partners en partijen” en is de begroting helemaal niet sluitend. Het bestuur teert volgens hen namelijk gewoon op de reserve, die maar blijft krimpen.
De Stadspartij benoemde de eerder behandelde onderwerpen als het TESO-verkeer, de woningbouw en het wijkgericht werken. Daarnaast stonden zij stil bij de afwezigheid van Heleen Keur en wensten zij haar veel sterkte. Gemeentebelangen was daarna aan de beurt. Nancy List bedankte de ambtenaren die hadden gewerkt aan de kadernota en had enkele ideeën over het ambtenarenapparaat met betrekking tot huisvesting en werkwijze. Zo stelde zij voor een vierdaagse werkweek te onderzoeken en te kijken of grootschalige huisvesting nog wel nodig was vanwege de groei in het thuiswerken.
Als voorlaatste was de PVV, die stelde dat de plannen in de kadernota de inwoners in de portemonnee zullen raken. Daarnaast constateerden zij dat de gemeente helaas statushouders nog steeds voorrang geeft op Helderse woningszoekers en dat de veiligheid niet goed geregeld is. De partij wil moties indienen tegen de energietransitie en voor de ontwikkeling van woningen voor de middenhuur. De VVD was als laatste en was over het algemeen positief. Wel zagen zij de noodzaak voor het versterken van de handhaving en het ontwikkelen van een fietsenstalling en een openbaar toilet in het centrum.