Hippolytushoef – Wethouder Mary van Gent onthulde donderdag samen met enkele kinderen van groep acht van het kindcentrum De Kei een monument ter nagedachtenis aan verzetsheld Marten Snoodijk. De onthulling vond plaats voor het nieuwe hofje aan de Elft, waar vroeger het gemeentehuis van Wieringen stond.
Op deze plaats zijn negentien woningen gebouwd en de bewoners zijn zowel eigenaar van het huis als van de grond. Hiervoor hebben zij een VVE opgericht en zijn zij verantwoordelijk voor het hele terrein. Niet alleen het monument, dat werd gemaakt door Rutger Jan Bredewold, werd onthuld, ook een naastgelegen anjer perk. De Veteranen Contactgroep Wieringen/Hollands Kroon was in samenwerking met de gemeente op zoek naar een locatie voor een ‘Witte Anjer Perk’ en heeft die hier nu naast het monument gevonden.
Voorzitter van de VVE Monique de Wit-Gout was zeer tevreden met het resultaat en samen met de bewoners zal zij zorgen dat het monument en het perkje goed wordt onderhouden.
We leiden in Nederland aan een ernstige vorm van zelfgenoegzaamheid en zijn tenenkrommend tevreden over ons verleden. Daarom eren we onze helden. Onze redders en waarachtige strijders van ooit zoals ´die van de zeeslagen en uit de universiteiten´ of de helden uit ´het verzet´. Ja, die willen we nooit vergeten. Dus herdenken we degenen die vielen op 4 mei, zij waren tenslotte onschuldig en van ons. Ook dulden we op die dag liever geen ´bezoek´ van andere verzetshelden, dat leidt immers de aandacht af van onze eigen helden. De werkelijkheid zit ons echt helemaal niet dwars. En daarom eren we gestaag en vastberaden verder. Vastbesloten in onze overtuiging dat het nergens beter is dan in Holland.
In mijn familie zat zo´n held. 1x per jaar beroert hij de tongriemen. Nog steeds. U begrijpt wel wanneer. Ook was er in de familie iemand ́fout ́. Dat familielid vergaarde zelfs kapitaal. Toen hij stierf werd zijn herenhuis gretig leeggehaald. Het was de laatste keer dat ik als kind de hele familie bij elkaar zag. Niemand ontbrak. Want er viel iets te halen. Over de man zelf werd daarna nooit meer gesproken.
De harde cijfers: ongeveer 45.000 man zaten in Nederland bij het verzet (nog geen half procent van de bevolking), ongeveer 100.000 waren lid van de NSB (voor de jongeren: dat zijn de overlopers die nu in Oekraïne in de rug geschoten worden).
Het cijfer van de verzetshelden steekt schril af tegen dat van de NSB en is door ons daarom op papier schaamteloos opgekrikt met verschillende soorten passief verzet. Verzetsdaden zoals: het zingen van spotliedjes en het lezen van een illegale krant. Het lidmaatschap cijfer van de NSB staat vast door registratie.
In België en Frankrijk kwam het verzet (door de omstandigheden) aanzienlijk eerder op gang dan in Nederland.
Een derde van het totaal aantal ondergedoken Joden in Nederland werd verraden of ontdekt (waaronder de familie ´Frank´).
Naar schatting stamt vandaag de dag 1 op de 3 Nederlanders af van foute Nederlanders.
Al deze cijfers doen uiteraard helemaal niets af aan de nauwelijks te bevatten heldendaden van ´Marten Snoodijk´. Zij dienen slechts tot verbreding van het perspectief van de lezer en vanzelfsprekend tot het bestrijden van die onsmakelijke en verwerpelijke zelfgenoegzaamheid waar Marten Snoodijk zich onmiskenbaar ´in daad´ van losmaakte.