Noordkop – De ontwikkelingen in de drugsindustrie gaan zo snel dat het voor gemeenten lastig is hun preventiebeleid daar tijdig op aan te passen. Zo wordt de groeiende populariteit van 3-MMC maar matig opgevangen, meldt Binnenlands Bestuur. Hoe blijven de gemeenten in de Noordkop op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en hoe spelen zij daar op in?
Zowel de gemeente Schagen, Den Helder als Hollands Kroon neemt deel aan het programma ‘In Control of Alcohol en Drugs’ van de GGD Hollands Noorden, dat het doel heeft middelengebruik bij jongeren in Noord-Holland te voorkomen en verminderen. Dat gebeurt onder meer door interventies in het onderwijs en bij sportverenigingen en door het trainen van zelfcontrole waardoor jongeren beter in staat zijn verleidingen te weerstaan. “De GGD verzorgt ook voorlichtingen op ouderavonden in het onderwijs”, vertelt Suzanne Bakker, een woordvoerder van de gemeente Hollands Kroon.
De Kopgemeenten blijven op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in de drugsindustrie door middel van webinars en trainingen. Daar wordt het preventiebeleid dan ook op aangepast. “Op dit moment is bijvoorbeeld vapen erg populair onder de jeugd en dan wordt er extra aandacht gegeven aan het voorlichten hierover”, aldus Bakker. Het doel van de gemeente Hollands Kroon is dat 100 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs een (online) voorlichting heeft gekregen. Samenwerking met scholen is daarvoor essentieel. Zo benadrukt ook Simco Kruijer, wethouder van de gemeente Schagen, dat op alle middelbare scholen wordt ingezet op drugspreventie.
Daarnaast werken de gemeenten net als de GGD ook samen met regionale partners zoals Link Jongerenwerk, het Trimbos instituut, Incluzio en Brijder verslavingszorg. “Een praktische uitwerking daarvan is dat wij samen met veiligheidspartners drugscontroles organiseren”, zegt Maria de Wit, woordvoerder van de gemeente Den Helder. Verder wijst De Wit er op dat mensen die zich zorgen maken over een buurtgenoot of familielid zich kunnen melden bij het Ketenhuis. “Zij gaan dan met de betreffende persoon in gesprek om te onderzoeken hoe verdere problematiek voorkomen kan worden. Het Ketenhuis bekijkt welke netwerkpartner het beste hulp kan bieden.”