
Middenmeer – Het college van de gemeente Hollands Kroon legt op 15 september het bestemmingsplan deelgebied B1 bij Agriport opnieuw aan de gemeenteraad voor. Ruim een jaar geleden gaf de provincie een reactieve aanwijzing aan de gemeente, met als reden dat er onvoldoende zekerheid was over de verkeerssituatie op een nabijgelegen kruispunt. Vanaf toen zijn er gesprekken geweest, maar uiteindelijk was een advies van de Raad van State nodig om tot een oplossing te komen. De nieuwe portefeuillehouder Mark Versteeg wil vooral vooruit kijken, maar vindt het naar buiten toe een slecht signaal wanneer overheden voor zoiets kleins tegenover elkaar in de rechtszaal komen te staan.
Op 11 juli vond er een zitting plaats bij de Raad van State. Verwacht werd dat de rechter een uitspraak zou doen. Tot dat moment waren de gemeente en de provincie namelijk met elkaar in gesprek om te komen tot een oplossing waarmee beide partijen tevreden konden zijn. De reactieve aanwijzing van de provincie lijkt op een klein en overbrugbaar geschil te zijn gebaseerd, maar na bijna een jaar overleggen waren Hollands Kroon en de provincie nog steeds niet nader tot elkaar gekomen. De zitting verliep anders: De Raad van State adviseerde de twee overheden om toch nog eens in gesprek te gaan, daarna bleek het wel mogelijk om nader tot elkaar te komen.
Proces blijft onduidelijk
Niet duidelijk is waarom het zonder tussenkomst van de rechter niet lukte. De verklaringen daarover lopen uiteen. Wethouder Mark Versteeg, die ten tijde van de gesprekken nog niet gestart was, zegt dat het ambtelijk niet lukte om tot een oplossing te komen. Gemeentewoordvoerder Noortje Slot zei in juli dat de situatie veranderd is omdat er tijdens de zitting bij de Raad van State door de jurist van de provincie een garantie is gegeven dat de aanpassing van het bestemmingsplan ook zo leiden tot het intrekken van de reactieve aanwijzing. Eerder was daar vooraf geen zekerheid over. Burgemeester Rian van Dam zegt nu dat de rechter met een goede tussenweg is gekomen waar beide partijen zich in konden vinden: “Een waarbij we allebei een beetje opschuiven.”
Versteeg geeft aan vooral vooruit te willen kijken en lijkt het belangrijk te vinden dat een dergelijke situatie in de toekomst voorkomen wordt: “Het is naar buiten toe geen goed signaal om als overheden door zoiets kleins tegenover elkaar komen te staan.” Uiteindelijk is het de gemeenteraad die beslist over de wijze waarop de gemeente omgaat met de reactieve aanwijzing. Ook de wijziging van het bestemmingsplan, die er voor zorgt dat het extra verkeer op het omstreden kruispunt pas is toegestaan als het kruispunt is vernieuwd en veiliger is gemaakt, moet door de raad worden goedgekeurd. De gemeente en de provincie hebben gezamenlijk een plan voor de tijdelijke verkeersafwikkeling gemaakt. De behandeling van het voorstel vindt plaats in de raadsvergadering van 15 september.