Texel

Onderzoek NIOZ: planten en dieren beïnvloeden de natuurlijke kustbescherming

Advertentie:

Texel – NIOZ-promovendus Jaco de Smit heeft de rol van het getijdengebied in natuurlijke kustbescherming onderzocht. Hij verbeterde een onderzoeksmethode om in de zee natuurgetrouwe experimenten te kunnen doen. Daarmee ontdekte hij dat zeegras voor de kust verrassend weerbaar is tegen stormen en dat slijkkreeftjes die in de bodem leven, de bodem minder stabiel maken. Op vrijdag 17 maart verdedigt De Smit zijn proefschrift aan de Universiteit Utrecht.

Al honderden jaren beschermt Nederland zijn kustgebieden met dijken, maar door zeespiegelstijging moeten dijken steeds hoger en breder worden gemaakt om bestand te zijn tegen zware stormen. Dat is niet alleen erg kostbaar, het belast ook de natuur in getijdengebieden. Terwijl die ecosystemen – in het noorden van ons land bekend als kwelders en wadden en in Zeeland als schorren en slikken – juist de kust kunnen helpen beschermen. In Nederland, maar ook in vele andere landen wereldwijd.

“Het zeewater voert zand en modder aan en waterplanten kunnen die vasthouden”, zegt kustecoloog en expert op het gebied van natuurlijke kustbescherming Tjeerd Bouma van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). “Daardoor groeit het voorland bij zeespiegelstijging mee met de zeespiegel. Dat maakt dat ze in te zetten zijn als onderdeel van de kustbescherming. Een belangrijke voorwaarde is wel dat nauwkeurig te voorspellen is hoe de kracht van het zeewater de stabiliteit van de bodem beïnvloedt.” Daarom onderzoekt het NIOZ de dynamica van kustsystemen.

 

 

 

 

 

Experimenteren in het lab of in het veld
Fysisch geograaf Jaco de Smit droeg daar met zijn promotieonderzoek op verschillende manieren aan bij, onder begeleiding van Bouma en hoogleraar biogeomorfologie Maarten Kleinhans van de Universiteit Utrecht. “In de praktijk is het lastig om de bodemstabiliteit in het getijdengebied te meten, omdat je in ‘het veld’ de golven en stroming niet kunt beheersen. Maar in het lab zou je het hele ecosysteem met planten en bodemdieren moeten transplanteren of nabouwen.”

De Smit paste daarom een relatief nieuwe experimenteermethode toe die het midden houdt tussen het natuurlijke systeem en labexperimenten: hij bouwde zogenoemde veldflumes, stroomgoten van enkele meters lang, die hij in het getijdengebied plaatste. Voor verschillende delen van het voorland bouwde de Smit en zijn collega’s drie verschillende soorten veldflumes, die het mogelijk maken om de omstandigheden onder water en in het getijdengebied te meten én aan te passen.

Zeegras neemt kracht van stormen weg
Uit zijn resultaten van een project in Zweden blijkt dat groot zeegras (Zostera marina), dat groeit in ondiep water, de zeebodem stabieler maakt doordat het de kracht van het water wegneemt en zo zorgt dat zand niet opwoelt. De Smit: “Opmerkelijk genoeg is het effect van toenemende stormactiviteit klein. Dat betekent dat zeegrasvelden veel potentie hebben voor kustbescherming.”

Op Texel en in Zeeland onderzocht De Smit hoe sterk een bodem slijt als gevolg van de activiteit van bodemdieren in het slik, het modderige, niet begroeide deel van het getijdengebied. “Het slijkkreeftje Corophium volutator, ook bekend als wadkreeftje, maakt maar een klein deel uit van de biomassa in een leefgemeenschap, maar kan een groot negatief effect hebben op de bodemstabiliteit. Zelfs als er andere, veel grotere soorten zoals het tweekleppige weekdier het nonnetje en de zeeduizendpoot ook in de bodem zitten. Het 2 à 3 millimeter kleine kreeftje is dan ook een sleutelsoort voor de instabiliteit van de slikkenbodem.”

Toon meer

Peter Rus

Peter Rus is sinds januari 2023 werkzaam bij Regio Noordkop als journalist. Hij is bereikbaar via peter@regionoordkop.nl en via 0625487127.

Wellicht ook interessant

Back to top button